Opmerking

Dit multimediaverhaal gebruikt video- en audioclips. Ga na of uw luidsprekers ingeschakeld zijn.

Gebruik het muiswiel of de pijltoetsen op uw toetsenbord om tussen pagina’s te navigeren.

Vegen om tussen pagina‘s te navigeren

Hier gaan we

Ontdek het verhaal achter het topstuk van Gabrieli

Logo https://concertgebouw-brugge.pageflow.io/gabrieli

Inleiding

Ga naar de eerste pagina

Venetië en de mythe

Venetiës neergang was tijdens Gabrieli’s leven eigenlijk al ingezet. Maar de overwinning op de Ottomanen tijdens de slag bij Lepanto gaf opnieuw zuurstof aan de Venetiaanse mythe van onovertroffen rijkdom en macht. Elke steen in de stad, elke penseelstreek, elke gezongen toon ademde onverdunde grandeur en bleef dat daarna nog decennialang doen. In de Basilica di San Marco vond de Venetiaanse mythe haar brandpunt: daar vierde Venetië haar overwinningen en bracht ze haar identiteit tot klinken. Giovanni Gabrieli leverde de noten aan.
Ga naar de eerste pagina
‘La Serenissima Repubblica di Venezia’, de onafhankelijke soevereine republiek Venetië, ontwikkelde in de loop van de middeleeuwen een buitengewone machtspositie. Venetië verwierf een aanzienlijk territorium met grondgebied tot ver in de oostelijke Middellandse Zee en een rijkdom zonder weerga die geurde naar de specerijen die vanuit het oosten werden verscheept. Venetiës eerste fortuin was afkomstig van het zout dat in de vele lagunes werd gewonnen en vervolgens verhandeld. Maar de echte overvloed meerde in de eeuwen erna aan op de vele grote schepen vol handelswaren uit het oosten. Venetië, dat nauwelijks land bezat, ontwikkelde zich tot een ‘Stato da Mar’ met havens, kolonies en handelsposten van de Zwarte Zee tot in Egypte.
Ga naar de eerste pagina
Venetië speelde, mede dankzij haar indrukwekkende vloot, een belangrijke rol in de opeenvolgende kruistochten. Bij de Vierde Kruistocht (1202-1204) plunderden en vernietigden de Venetianen Constantinopel. Het zou een belangrijk keerpunt worden in de geschiedenis. Het eens zo indrukwekkende Byzantijnse Rijk raakte verzwakt door de plundering en de daaropvolgende verdeling van Byzantium onder de kruisvaarders. Zo werd het in de eeuwen erna een makkelijke prooi voor de Ottomanen. Sommige roofschatten groeiden uit tot belangrijke ankerpunten in het Venetiaanse stadslandschap. Denk bijvoorbeeld aan de bekende ‘Quadriga’, de vier bronzen paarden die de façade van de San Marco-basiliek sieren. Of de ‘Pilastri Acritani’, de twee indrukwekkende zuilen opgesteld aan de zuidelijke ingang van de basiliek.
Ga naar de eerste pagina
Venetië proefde in die voorspoedige eeuwen van de intellectuele vitaliteit van de Arabieren, van het artistieke vuur van de Byzantijnse cultuur en van de commerciële voordelen die de vele pelgrims op weg naar het Heilige Land met zich meebrachten. Al die invloeden samen maakten van Venetië de flonkerende juwelenkist die ze vandaag nog altijd is. Maar op het moment dat Giovanni Gabrieli in 1584 in de San Marco aan de slag ging, was de feitelijk macht van de republiek eigenlijk al een tijd tanende. De Ottomanen veroverden in 1453 Constantinopel en ondergroeven vanaf dan stap voor stap Venetiës dominante positie op de Middellandse Zee. De handel met het oosten, waarop Venetië het monopolie had, werd bovendien steeds minder belangrijk in een Europa dat de Nieuwe Wereld had ontdekt.
Ga naar de eerste pagina

Je luistert naar Andrea Gabrieli - La Battaglia per sonar a 8

Beluister het volledige fragment

0:00
/
0:00
Start audio now
In 1571 kwam het met de slag bij Lepanto tot een treffen met de Ottomanen. De Venetiaanse republiek stelde haar schepen in dienst van een alliantie met Spanje en het Heilig Roomse Rijk. Samen wilden ze de opmars van de Ottomanen richting Europa een halt toeroepen. Concrete inzet van de strijd was het eiland Cyprus. De Ottomanen werden verslagen op zee in een legendarisch treffen tussen galeien van de beide maritieme machten. Ook al was Venetië zeker niet als enige verantwoordelijk voor de overwinning en ook al werd Cyprus enkele jaren later via een verdrag alsnog aan de Ottomanen overgedragen, toch sprak de overwinning erg tot de verbeelding van de Venetianen. Ze verleende nieuwe gloed aan de Venetiaanse mythe.

Ga naar de eerste pagina
Vanaf dat moment begon ook Venetiës aantrekkingskracht als toeristische bestemming te groeien. De architecturale pracht, de libertijnse zeden en de onafhankelijke handelsgeest trokken jonge bezoekers aan uit Frankrijk, Engeland, Duitsland en zelfs uit de Scandinavische landen. Venetië werd vanaf de 17e eeuw een van de belangrijkste haltes op de ‘Grand Tour’ – een lange reis die jongelingen langs de culturele hoogtepunten van het Europa van toen bracht. Venetiës muzikale weelde sprong de reizigers onmiddellijk in het oog. Zo schreef een jonge Fransman in 1607 bijvoorbeeld enthousiast naar huis: ‘Er was een concert met de allerbeste muzikanten, met zowel stemmen als instrumenten, zes orgels, trombones, schalmeien, gamba’s, violen, luiten, cornetto’s en blokfluiten!’
Ga naar de eerste pagina
Het hoeft dan ook niet te verbazen dat jonge muzikanten massaal naar Venetië trokken om er inspiratie op te doen. Tot aan het begin van de 16e eeuw was Rome hét walhalla voor muzikanten. Maar na de ‘Sacco di Roma’ in 1527, de groteske plundering van Rome door Spaanse en Duitse soldaten, was het muzikale leven er volledig lam geslagen. Venetië, de eeuwige concurrent van Rome, nam de rol van muzikale voortrekker met veel plezier over. De Basilica di San Marco met haar bijzondere akoestiek en de vele vermaarde muzikanten die er werkten, waren waarschijnlijk de belangrijkste troeven. Maar ook de bloeiende muziekdrukkunst in Venetië was een plus voor muzikanten. Tel daar nog de vele uitstekende instrumentenbouwers bij op en het plaatje is duidelijk: in Venetië wilde je zijn.
Ga naar de eerste pagina
De Venetiaanse ‘doge’ was geen door afstamming aangeduide vorst, maar een verkozen leider. De macht van de doge was allesbehalve absoluut. Hij werd omringd door verschillende colleges die de uitvoerende macht in handen hadden en door de ‘Signoria’ die toezicht hield op de doge. Op die manier bleef de macht altijd verdeeld tussen de rijke handelsfamilies van Venetië: niemand kon in Venetië het volledige laken naar zich toe trekken. Niet voor niets vonden de Franse verlichtingsfilosofen er later inspiratie voor hun eigen verlangen naar vrijheid en gelijkheid. Die bestuurlijke vrijheid gecombineerd met de onafhankelijke positie ten opzichte van de kerk van Rome zou bovendien aan de basis gelegen hebben van de beruchte libertijnse mentaliteit van de Venetianen. Jazeker: in Venetië kon er meer dan elders.
Ga naar de eerste pagina
De San Marco-basiliek was hét symbool bij uitstek waarin de Venetiaanse identiteit onderdak vond. De basiliek was tegelijk privékapel van de doge én de officiële kerk van de republiek. Alle geledingen van de stad vierden er feest. De basiliek werd in de 11e eeuw gebouwd naar Byzantijns voorbeeld: met een Grieks kruis als grondplan en vijf grote koepels. Ze raakte in de loop der tijd gedecoreerd met Byzantijnse mozaïeken en goud zover het oog rijkt. Het emotionele centrum van de basiliek was en is ongetwijfeld het met bladgoud en edelstenen getooide altaarstuk, la Pala d’Oro. De edelstenen ervan werden uit Constantinopel geroofd tijdens de vierde kruistocht. ‘Kijk hier: het nieuwe Constantinopel’ – zo leek de San Marco in al haar schitterende hoogmoed uit te roepen.
Ga naar de eerste pagina
Alleen wanneer de doge de mis of de vespers bijwoonde, werd het altaarstuk blootgesteld aan de blikken van het publiek. Dit waren ook de momenten waarop de dienst nog meer dan anders feestelijk aangekleed werd met muziek. Muziek verleende, net als het altaarstuk, extra glans aan de aanwezigheid van de doge. De Venetianen hielden van muziek: hoe meer, hoe liever. Ze hadden zelfs de gewoonte grote delen van de liturgie volledig te vervangen door niet-specifiek liturgische, vaak zelfs instrumentale muziek. De celebrant werd dan verondersteld de tekst van het vervangen misdeel ‘in secreto’ uit te spreken aan het altaar – een praktijk die door Rome absoluut afgekeurd werd. In de San Marco gold zelfs de regel dat een priester die de muziek verstoorde, zonder verwijl werd beboet!
Ga naar de eerste pagina
Ga naar de eerste pagina

Dienstbaar schitteren

Veel weten we niet over Giovanni Gabrieli’s leven. De stappen in zijn carrière kan je op drie vingers tellen: van Venetië naar München en terug naar Venetië. Tegelijk omspande zijn carrière het belangrijke muzikale scharnier tussen het einde van de renaissance en het begin van de barok. In München leerde hij bij grootmeester Lassus hoe je rust kon brengen in de soms woelige renaissance-polyfonie. In Venetië leerde hij van zijn nonkel Andrea hoe je stemmen en instrumenten met elkaar kon laten praten in een stijl die vooruitwees naar de barok. Het lijkt wel alsof Gabrieli’s leven verdwijnt achter de muziek die hij schreef: niet de stemming van zijn hart was van tel, wel de stemming van de muziek die hij voor zijn stad Venetië schreef.
Ga naar de eerste pagina

Je luistert naar Benedictus Deus Sabaoth, gecomponeerd voor viering Slag bij Lepanto, Currende

Beluister het volledige fragment

0:00
/
0:00
Start audio now
De muziekgeschiedenis kent twee belangrijke Gabrieli’s: Andrea en Giovanni, nonkel en neef. Giovanni groeide op in Venetië. Zijn nonkel Andrea werkte al sinds 1566 als vaste organist in de San Marco en had een ijzersterke reputatie als componist. Zo componeerde Andrea bijvoorbeeld de muziek voor de viering van de overwinning in de Slag bij Lepanto. Of hij componeerde de ceremoniële muziek die weerklonk bij het bezoek van een gezelschap Japanse prinsen in 1585. Giovanni ging allicht in de leer bij zijn nonkel en misschien werd hij ook grootgebracht door de man. In de opdracht van Andrea Gabrieli’s Concerti, uitgebracht in 1587 niet lang na de dood van Andrea, omschreef Giovanni zichzelf als ‘weinig minder dan een zoon’.

Ga naar de eerste pagina

Je luistert naar de boetepsalmen: Miserere, psalm 4

Beluister het volledige fragment

0:00
/
0:00
Start audio now
De invloed van zijn nonkel liet zich ook merken in Gabrieli’s eerste stappen op zijn carrière-pad. Net zoals Andrea dat voor hem had gedaan, trok Giovanni naar München om er in de leer te gaan bij Lassus. Lassus’ muziek was op dat moment wereldberoemd en vormde het sluitstuk van de renaissance-polyfonie. Die meerstemmige stijl was ontwikkeld door verschillende generaties Frans-Vlaamse componisten. Zij zetten tijdens de 15e en 16e eeuw over heel Europa de toon. Hun complexe, meerstemmige stijl kwam bij Lassus tot rust in een wonder evenwicht tussen technische perfectie, pure klankschoonheid en expressieve kracht. Gabrieli zoog Lassus’ muziek op, tot in de diepste sporen van zijn componistenbrein – zo bleek duidelijk uit de muziek die Gabrieli later zelf zou schrijven.

Ga naar de eerste pagina

Je luistert naar Toccata a 4

Beluister het volledige fragement

0:00
/
0:00
Start audio now
Gabrieli bleef enkele jaren in München studeren en trad als muzikant in dienst van hertog Albrecht V. Waarschijnlijk verliet hij München in 1579. In 1584 dook Gabrieli weer in zijn thuisstad Venetië op, waar hij tijdelijk was aangesteld als organist in de San Marco. Zijn aanstelling werd definitief na een openlijke competitie en Gabrieli zou de post vervolgens blijven uitoefenen tot aan zijn dood in 1612. Waar de baan van organist elders in Europa niet bepaald veel voorstelde, was het in Venetië een echte topjob. Uitstekende organisten zoals Claudio Merulo gingen Gabrieli voor en ze verdienden in de San Marco een meer dan behoorlijk salaris. Venetië was trots op zijn organisten en zijn orgels. Op de beide, tegenover elkaar gelegen koortribunes stond telkens een prachtexemplaar.

Ga naar de eerste pagina

Je luistert naar Dominus Deus Sabaoth, Andrea Gabrieli

Beluister het volledige fragment

0:00
/
0:00
Start audio now
Het idee dat Andrea en Giovanni Gabrieli korte tijd samen op de orgelbanken zaten in de San Marco-basiliek levert heerlijke fantasieën op: hoe zou dat geklonken hebben? Improviseerden ze samen virtuoze intro’s bij de muziek van Andrea? Jammer genoeg stierf Andrea Gabrieli in 1585. Dat Giovanni veel genegenheid koesterde voor zijn nonkel bleek opnieuw: hij zag erop toe dat een deel van de werken van Andrea werden uitgegeven. Tegelijkertijd voegde Giovanni verschillende van zijn eigen werken aan de bundels toe. Hij deed dat ten dele als teken van zijn erkentelijkheid voor Andrea als leraar, ten dele om zijn eigen identiteit als componist naar voren te schuiven. In datzelfde jaar nam Giovanni immers ook Andrea’s officiële taak als componist van ceremoniële muziek over.

Ga naar de eerste pagina

Je luistert naar Deus, qui beatum Marcum

Beluister het volledige fragment

0:00
/
0:00
Start audio now
De kalender van het kerkelijke jaar zag er in Venetië niet anders uit dan in andere steden, al werden de gebruikelijke kerkelijke hoogdagen in Venetië met heel wat meer drama en kleur aangezet. Daarnaast werden veel kerkelijke feesten of naamdagen van heiligen gekoppeld aan gebeurtenissen die voor de Venetianen politiek of historisch gewicht hadden. Het bekendste voorbeeld daarvan is allicht de ceremonie op Hemelvaartsdag, het Festa della Sensa. Op die dag vieren de Venetianen niet in de eerste plaats Christus’ ‘hemelvaart’, maar wel hun politieke overwicht op de Adriatische Zee. De doge gooit op die dag een ring in het water en ‘huwt’ zo de zee. Een ander voorbeeld is de naamdag van de heilige Marcus. Niet Marcus zelf werd dan in de bloemetjes gezet, wel de doge, als leider van de republiek.

Ga naar de eerste pagina
Wanneer de doge en de Signoria de misviering of de vespers bijwoonden kreeg de eredienst een politiek karakter. Precies voor dat soort gelegenheden ging Giovanni Gabrieli aan de slag. Je zou verwachten dat een componist voor zulke belangrijke opdrachten ruim de tijd kreeg om zich voor te bereiden, maar niets was minder waar. Juist omdat er zoveel feesten waren, was de tijd heel beperkt. Ook repetitietijd was er nauwelijks. Gelukkig kon Gabrieli in de San Marco met de allerbeste zangers en muzikanten samenwerken. De tijdsdruk verklaart wel waarom Gabrieli in zijn muziek niet naar de allergrootste muzikale complexiteit streefde. Zijn muziek klonk groots en weelderig, maar was in wezen makkelijk verteerbaar – en zo wilde de doge het ook.
Ga naar de eerste pagina

Je luistert naar magnificat a 33

Beluister het volledige fragment

0:00
/
0:00
Start audio now
In datzelfde jaar 1585 raakte Giovanni Gabrieli ook verkozen als organist voor de Scuola Grande di San Rocco. En ook die positie zou hij zijn leven lang behouden, tegen betaling van een royaal loon. ‘Scuola’ was de benaming voor een vereniging van leken die zich enerzijds met goede doelen bezighield en zich anderzijds met spirituele taken belastte. In het Venetië van de 16e eeuw waren er heel wat van dergelijke ‘scuole’. Ze staken elkaar de loef af met de architectuur van hun gebouwen en met de artistieke schittering van hun diensten. Voor de muziek spaarden ze kosten noch moeite: soms werden meer dan twintig extra muzikanten ingehuurd bovenop de vaste muzikanten van de Scuola om de vespers luister bij te zetten. Een enkele keer liet Gabrieli zelfs zeven verschillende orgels aanslepen! Een deel van Gabrieli’s feestelijke motetten kwam allicht in opdracht van de Scuola tot stand.

Ga naar de eerste pagina

Je luistert naar Psalmen Davids

Beluister het volledige fragment

0:00
/
0:00
Start audio now
In 1597 publiceerde Gabrieli een collectie die volledig aan zijn eigen werk was gewijd. Sacrae Symphoniae: de titel weerspiegelde perfect Gabrieli’s identiteit als componist van religieuze muziek. De bundel bevatte zowel instrumentale als vocale muziek en Gabrieli zag hem dan ook als een samenvatting van zijn werk tot dan toe. Dat Gabrieli’s muziek erg populair was, niet alleen in Venetië, maar ook aan de andere kant van de Alpen, bleek al snel. Een groot stuk van de bundel werd bijna onmiddellijk herdrukt in Duitsland en daar op veel belangstelling onthaald. Gabrieli coachte tijdens zijn carrière ook heel wat leerlingen uit Noord-Europa. Heinrich Schütz was één van hen. Schütz’ Psalmen Davids, bijvoorbeeld, dragen duidelijk de invloed van Gabrieli’s kleurrijke stijl.

Ga naar de eerste pagina
Ga naar de eerste pagina

Spelen met kleur en ruimte

Gabrieli’s Sacrae Symphoniae kan je haast niet los zien van de ruimte waarin ze tot stand kwam: de Basilica di San Marco, het epicentrum van een natie die via muziek en beeldende kunst voortdurend in haar eigen spiegel keek. Gabrieli vertaalde de architectuur en de akoestiek van de basiliek haast letterlijk naar zijn muziek. Daarnaast speelde hij met de kleuren die ontstonden door stemmen en instrumenten te combineren. Zijn muziek is als een feest van vibraties. De noten in de partituur geven hun geheimen pas prijs als je hoort hoe ze de lucht tot trillen brengen. Denk er de gouden mozaïeken van de San Marco bij en je weet waarom deze muziek vandaag nog altijd beroert.
Ga naar de eerste pagina

Je luistert naar Ruffo, Gloria

Beluister het volledige fragment

0:00
/
0:00
Start audio now
Met het Concilie van Trente (1545-1563) zocht de katholieke kerk naar haar eigen antwoorden op de vragen die de komst van het protestantisme had opgeroepen. Was het werkelijk zo dat de katholieke kerk haar band met het woord van God was kwijtgespeeld? De besluiten van het Concilie hadden ook voor de muziekwereld belangrijke gevolgen. Liturgische muziek moest opnieuw verstaanbaar zijn. In de meer complexe, meerstemmige renaissance-muziek weerklonken soms verschillende teksten tegelijkertijd en een enkel woord werd vaak over heel wat lange notenslierten heen gedrapeerd. Dat moest veranderen. Op zijn strengst betekende dat: muziek waarbij alle stemmen voortdurend samen dezelfde tekst declameerden en elke lettergreep slechts een enkele noot besloeg.

Ga naar de eerste pagina
De strenge bepalingen van het Concilie leverden muziek op die voor veel muziekliefhebbers proefde als soep zonder zout: te strikt om nog echte expressie toe te laten. Veel componisten behielden wel de aandacht voor de tekst en de uitspraak van de woorden. En ze letten ervoor op om de meerstemmigheid eenvoudig te houden. Maar daarnaast gingen ze op zoek naar iets anders om hun muziek te kruiden. Voor de Venetianen werd dat: kleur. Spelen met klankkleur was nieuw in die tijd. In de eerste plaats breidden componisten het aantal stemmen uit: van vier, naar vijf of zes stemmen – en later nog veel meer. Daarnaast lieten ze de hoge stemmen hoger zingen en de lage stemmen lager. De hoge stemmen werden in de kerkmuziek trouwens steeds meer door castraten vertolkt (volwassen mannen die tijdens hun jeugd werden gecastreerd om hun hoge stem te kunnen behouden).
Ga naar de eerste pagina

Je luistert naar Sonata pian’ e forte, Gabrieli

Beluister het volledige fragment

0:00
/
0:00
Start audio now
Ook door instrumenten te gebruiken, zorgden de Venetiaanse componisten voor extra kleur. Instrumenten doken al veel vroeger op in de kerkmuziek, maar het Concilie van Trente keek er met behoorlijk wat argwaan naar. Toch konden de hervormers niet beletten dat er op het einde van de 16e eeuw almaar meer instrumenten hun intrede deden. Op heel wat titelpagina’s van muziekbundels vond je dan ook de vermelding ‘om te zingen of te spelen op alle mogelijke instrumenten’. Een nieuwe wereld ging open: hoe vermengden de kleuren van instrumenten en zangers zich? Of hoe botsten ze soms met elkaar? In het begin dienden de instrumenten vooral om de zangers na te bootsen. Maar dat veranderde tijdens Gabrieli’s carrière. Instrumenten kregen hun eigen taal en hun eigen, virtuoze geluid.

Ga naar de eerste pagina

Je luistert naar Willaert, Salmi 1550, Currende

Beluister het volledige fragment

0:00
/
0:00
Start audio now
De componisten van de San Marco speelden niet alleen met kleur, maar ook met ruimte. De twee recht tegenover elkaar gelegen koortribunes gaven aanleiding tot muziek met twee koren die dwars door de ruimte naar elkaar toe zongen. Soms imiteerden ze elkaar alleen maar, als in een echo-effect. Soms leken ze elkaar aan te vuren door korte passages van de ene naar de andere kant door te geven. En soms vulden ze met vereende kracht de ruimte. Geleidelijk aan bakende men steeds meer plekken af van waaruit een groep zangers en instrumenten kon deelnemen aan het geheel: beneden aan het altaar bijvoorbeeld, of aan de noord- of zuidzijde van het koor. De muzikanten speelden daarbij steeds naar het centrum van de kerk toe. Zo richtten ze hun klanken naar de hooggeplaatsten die zich daar bevonden.

Ga naar de eerste pagina

Je luistert naar Hic est filius Dei a 18, C. 132

Beluister het volledige fragment

0:00
/
0:00
Start audio now
Adriaan Willaert, die van 1527 tot 1562 kapelmeester was in de San Marco, zette de voorliefde voor meerkorige composities in gang. Andrea Gabrieli nam de compositietechniek over van Willaert en Giovanni op zijn beurt van hem. Giovanni verrijkte echter het palet van zijn voorgangers door heel precies aan te duiden welke partijen door zangers en welke door instrumenten moesten worden vertolkt. Het wisselspel tussen de verschillende koren kreeg daardoor ook duidelijke kleurcontrasten mee: een hoog koor kon afwisselen met een laag koor, een volledig vocale groep met een volledig instrumentale groep. Om te zorgen dat de verschillende ‘koren’ niet naast elkaar heen begonnen te zingen, kreeg elke groep een leider toebedeeld die de maat aangaf. Fascinerend detail: bij de instrumenten was dat niet een violist – zoals vandaag het geval is – maar een blazer.

Ga naar de eerste pagina

Je luistert naar Bassano, Onques Amour

Beluister het volledige fragment

0:00
/
0:00
Start audio now
Op het moment dat Gabrieli zijn eerste bundel met Sacrae Symphoniae publiceerde, omvatte de ‘capella ducale’ een zestiental zangers en een instrumentaal ensemble van cornetto’s, trombones en enkele strijkers. De instrumentisten waren een vast deel van het korps van de San Marco. Bij belangrijke gelegenheden werd de ploeg uitgebreid met freelance muzikanten. Gabrieli beschikte bovendien over echte topmuzikanten, zoals de cornettospelers Giovanni Bassano en Girolamo Dalla Casa. Zij waren uiterst beslagen in de kunst van het versieren: eenvoudige melodieën bekleedden ze – vaak al improviserend – met flonkerende notenslierten zonder einde. Gabrieli liet hun virtuositeit aan bod komen in zijn louter instrumentale ‘canzona’s’ en ‘sonates’.

Ga naar de eerste pagina

Je luistert naar Vivaldi, Concerto voor vier violen

Beluister het volledige fragment

0:00
/
0:00
Start audio now
Gabrieli’s muziek wordt vaak beschouwd als een van de voorlopers van de barokke stijl, die niet lang na Gabrieli’s dood definitief op de deur van de muziekgeschiedenis zou kloppen. In de muziek van de renaissance lag de nadruk op het uitgebalanceerde verloop van stemmen die quasi onafhankelijk van elkaar elk hun eigen weg zochten. Bij de meerkorige experimenten van Gabrieli veranderde dat. Niet langer het polyfone stemmenweefsel was van tel, wel de kleuren die ontstonden uit de confrontatie van de verschillende koren. De vele klankcontrasten en de dynamiek die daaruit voortkwam, zouden later de basis-ingrediënten worden van de barok. ‘Stile concertato’ – zoals men het later zou noemen: de botsing tussen een solist en een andere solist, tussen een kleine groep zangers en een grote, tussen voor- en achtergrond.

Ga naar de eerste pagina

Je luistert naar Andrew Parrott, In Ecclesiis

Beluister het volledige fragment

0:00
/
0:00
Start audio now
In de postuum gepubliceerde bundel Symphoniae sacrae ... liber secundus kunnen we horen hoe Gabrieli’s stijl evolueerde na de eerste bundel met Sacrae Symphoniae. Steeds verder sloeg Gabrieli het pad van de barokmuziek in – daarin waarschijnlijk geïnspireerd door tijdgenoot en toekomstig kapelmeester van de San Marco, Claudio Monteverdi. Solozangers liet hij steeds vaker op de voorgrond treden met virtuoze lijnen die enkel door wat akkoorden op het orgel werden begeleid. Hij lastte korte instrumentale tussenspelen in ter afwisseling. En hij voegde muzikaal herkenbare refreinen toe, vaak op de tekst ‘Alleluja’. Enkele van die technieken zijn duidelijk herkenbaar in het motet In Ecclesiis, dat waarschijnlijk geschreven werd voor de jaarlijkse viering als dank voor het voorbijgaan van de pestplaag uit 1575.

Ga naar de eerste pagina
Ga naar de eerste pagina
Omlaag schuiven om verder te gaan Swipe to continue
Vegen om verder te gaan