Opmerking

Dit multimediaverhaal gebruikt video- en audioclips. Ga na of uw luidsprekers ingeschakeld zijn.

Gebruik het muiswiel of de pijltoetsen op uw toetsenbord om tussen pagina’s te navigeren.

Vegen om tussen pagina‘s te navigeren

Hier gaan we

Monteverdi

Logo https://concertgebouw-brugge.pageflow.io/monteverdi

Inleiding

Ga naar de eerste pagina

Toen hij geboren werd, behoorden God en geloof tot het vocabulaire van elke componist. Na zijn dood had ook de mens een plaats in de muziek gekregen. In het leven van de geniale vernieuwer Monteverdi zie je de muziekgeschiedenis een bladzijde omslaan. 
Ga naar de eerste pagina
0:00
/
0:00
Start audio now
Zijn vader opvolgen als chirurgijn: Claudio Monteverdi had er geen zin in. Vioolspelen wilde hij, zingen en componeren. Het muzikale talent van de jongen werd ontdekt en gevoed door Marc'Antonio Ingegneri, kapelmeester aan de Cremonese kathedraal. Aan hem droeg de tienercomponist in 1582 zijn eerste publicatie op, een bundel oprecht plechtige motetten in het Latijn. Al een jaar later verschenen zijn godvruchtige madrigalen en vrolijke canzonetta’s in druk. Het kon niet missen: de zestienjarige Claudio was een genie in wording.

Ga naar de eerste pagina
In 1590 of 1591 had de jonge Monteverdi zijn eerste baantje. Aan het hof in Mantua, zeventig kilometer oostwaarts, streek hij neer in het kamerensemble van graaf Vincenzo Gonzaga. In het cultureel hoogstaande lustslot keek Claudio zijn oren uit. Hij musiceerde, gaf les en ontgroende tot een eersteklas componist, wiens reputatie tot ver buiten Mantua reikte. Naast inspiratie vond hij er de liefde, in de gedaante van zangeres Claudia Cattaneo. In 1607 - de beloftevolle vedelspeler was intussen opgeklommen tot ‘maestro della musica’ - zette hij zijn tot dusver grootste prestatie neer: Orfeo, de ‘muzikale fabel’ die de eerste volbloed opera uit de muziekgeschiedenis genoemd wordt. 

Speelt het filmpje niet op uw iPhone of iPad of hoort u niets? Bekijk het via deze link








Ga naar de eerste pagina
Heeft Monteverdi opera uitgevonden? Theoretisch niet, nee. De roots van opera lagen in het humanistische Firenze, waar dichters en musici aan het eind van de 16e eeuw het Griekse drama wilden reproduceren. Intellectualistische ambities, sober gestileerde muziek en mythologische onderwerpen hadden het prille operagenre in een houdgreep. Maar toen kwam Monteverdi: in zijn handen transformeerde de verheven, actieloze vertelling over Orfeo en Euridice tot een zielroerend drama over liefde, verlies, rouw en hoop. 

Speelt het filmpje niet op uw iPhone of iPad of hoort u niets? Bekijk het via deze link
Ga naar de eerste pagina
0:00
/
0:00
Start audio now
Naast beroemd werd Monteverdi berucht. Zijn muzikaal gedurfde madrigalen werden verketterd door critici als Giovanni Maria Artusi, die de controversiële dissonanten, vrijheden en harmonieën uit Monteverdi’s muziek omschreef als ‘imperfettioni della moderna musica’. Het antwoord van de componist volgde in 1607, in het voorwoord van zijn Scherzi Musicali. Monteverdi toonde respect voor het strenge contrapunt van de oude ‘prima pratica’, maar rechtvaardigde ook de emotionele eenvoud van de moderne ‘seconda pratica’. Oud versus nieuw, Latijnse touch versus nieuwe barokstijl. Zijn credo: de tekst is meester over de muziek, en niet dienstbaar eraan. Het debat over nieuwe muziek draaide voortaan om hem.

Ga naar de eerste pagina
Enkele maanden na de vertoning van Orfeo sloeg het noodlot toe. Claudia stierf onverwacht aan tuberculose, Claudio bleef alleen achter met twee kleuterzonen aan zijn zij. Tijd om het verlies te verwerken was er niet: troonopvolger Francesco Gonzaga trad in het huwelijk en daar hoorde muziek bij. Monteverdi schreef de tranen uit zijn lijf met Arianna, een nieuwe opera waarvan enkel het hartverscheurend mooie lamento bewaard bleef. In de stil verdrietige zuchten van deze alleenzang hoor je de pijn van een chronisch vermoeide componist op de rand van een burn-out. In brieven kloeg hij over uitputting en huiduitslag, hoge werkdruk en laag salaris. Bij Monteverdi knakte iets in het hoofd. In Mantua had hij niks meer te zoeken. 

Speelt het filmpje niet op uw iPhone of iPad of hoort u niets? Bekijk het via deze link
Ga naar de eerste pagina
0:00
/
0:00
Start audio now
In 1610 kreeg Monteverdi toestemming om naar Rome te reizen. Zogezegd om zijn negenjarige zoon onder te brengen in een Romeins seminarie. Maar de componist had ook andere prioriteiten. Onder de arm droeg hij zijn meest recente publicatie: een mis in oude kerkstijl plus een set vespers, beide opgedragen aan Paus Paulus V. Monteverdi liet in kardinaalskringen doorschemeren op zoek te zijn naar een nieuwe uitdaging, maar Rome stuurde hem wandelen. Terug in het zompige Mantua wachtte een leven in de routine. Dan ineens, in 1612, werd hij op straat gezet. De arrogantie waarmee de Gonzaga’s hun stercomponist afpoeierden, slaat biografen vier eeuwen later nog steeds met verstomming.

Ga naar de eerste pagina
Sluiten
Voor Monteverdi was het terug naar af. Na een jaar diende zich plots een interessante vacature aan. In de ‘meest serene republiek’ Venetië was de oude domkapelmeester gestorven en dienden het versufte kapelkoor en -orkest opgeschoond. Monteverdi waagde zijn kans, maar de selectieproeven waren streng en religieuze muziek was een blinde vlek op zijn cv. Bovendien stond hij na het conflict met Artusi bekend als avant-gardist. Monteverdi’s enige troef waren de Mariavespers die hij naar Rome meegenomen had. Wellicht gebruikte hij die muziek om Venetië te imponeren. Dat lukte: enkele dagen na zijn proef besliste de selectiecommissie unaniem tot zijn aanstelling.
I agree with being shown YouTube videos. More information

To opt out of displaying external embeds, manage settings here.

Ga naar de eerste pagina
0:00
/
0:00
Start audio now
‘Il servitio poi è dolcissimo’: zoet is het om hier te mogen werken! Als domkapelmeester stond Monteverdi in voor religieuze muziek, maar contractueel was het toegestaan ook wereldse muziek te schrijven en andere opdrachten te aanvaarden. En dan was de prestigieuze job nog eens goedbetaald ook. Ook mooi op het palmares: Monteverdi mocht zich voortaan een opvolger noemen van de illustere Vlaming Adriaan Willaert, die vijftig jaar eerder de San Marco-basiliek tot een muzikale hotspot maakte. Geen toeval dat zijn luisterrijke vespers uitgerekend hier gehoor vonden.

Ga naar de eerste pagina
Tot het eind van zijn leven zou Monteverdi de lucht van ‘La Serenissima’ opsnuiven. Hij componeerde miraculeuze mismuziek, overleefde de pestuitbraak van 1630 en ontving de lagere wijdingen. Nadat in 1637 in Venetië het eerste publieke operahuis de deuren opende, gaf hij met meesterwerken als Il ritorno d'Ulisse in patria en L'incoronazione di Poppea de toon aan. De bejaarde componist reanimeerde het operagenre een tweede keer en legde voor eens en altijd vast wat de basisingrediënten van opera waren: seks, verraad, intriges en moord. Bij zijn dood, in 1643, kon hij terugblikken op een oeuvre dat alle contradicties van de eeuw gevangen had in geluid en klank. 

Speelt het filmpje niet op uw iPhone of iPad of hoort u niets? Bekijk het via deze link
Ga naar de eerste pagina
Ga naar de eerste pagina
Sluiten
Toen Claudio Monteverd een goeie 400 jaar geleden zijn Mariavespers publiceerde, had de wereld er een meesterwerk bij. Sander van Klara vertelt er je alles over.
I agree with being shown YouTube videos. More information

To opt out of displaying external embeds, manage settings here.

Ga naar de eerste pagina

0:00
/
0:00
Start audio now
Claudio Monteverdi was een avontuurlijke geest in een avontuurlijke tijd. Zijn opmars als een van de grootste muziekvernieuwers uit de geschiedenis valt samen met de geboorte van een tijdperk waarin oude zekerheden op losse schroeven kwamen te staan. 

Ga naar de eerste pagina

Cremona

Amati ontwierp er de moderne viool, Stradivarius sneed er de mooiste klankkasten. Maar ook daarvoor al was Cremona beroemd om de fabricage van strijkinstrumenten. Geen toeval dat de lokale apothekerszoon Claudio Monteverdi liefde voor muziek in het oor gelepeld kreeg.

Mantua

Iedereen die er kwam, kloeg over de ziekmakende moeraslucht. Toch bruiste er wat in het kleine hertogdom Mantua rond 1600. Onder pronkhertog Vincenzo Gonzago hadden kunst en muziek een streepje voor. Terwijl Monteverdi er zijn eerste meesterwerken schreef, verdiepte Rubens zich in Italiaanse penseeltechnieken.

Rome

Lange tijd was Rome een spookstad vol monumenten en misdadigers. Omstreeks 1600 kreeg de Eeuwige Stad een barokke makeover. De kerken, fonteinen en obelisken die enkele daadkrachtige pausen lieten ophijsen, werden het symbool van de herrezen Kerk. Niemand die er nog aan twijfelde: in Rome stonden geloof en kunst op scherp.

Venetië

Handelsmetropool, zeemacht, folterrepubliek. Asociaal inzake politiek en economie, grandioos op vlak van kunst en cultuur. In het Venetië aan het begin van de 17e eeuw was niets zeker en alles mogelijk. Wat kan je verwachten van een dogenstaat die criminelen, al naargelang hun misdaad, met het hoofd of met de voeten opknoopte?

Ga naar de eerste pagina
‘Ik ben de muziek, die met zoete klanken rust brengt in elk gekweld hart, en dan weer toorn of liefde doet ontvlammen in het kilste gemoed.’ Zo zingt het allegorische personage La Musica aan het begin van Monteverdi’s eerste opera Orfeo uit 1607. Welkom in de barok! Aan de start van de 17e eeuw mocht er in muziek weer wat gevoeld worden. Emoties waren in, eruditie was uit. Nadat renaissancecomponisten muziek schreven waarin stemmen de tekst in kille schoonheid verstikken, lieten de eerste barokcomponisten hun noten surfen op het ritme van de poëzie. Theatraal, invoelend, virtuoos: met sobere, maar beweeglijke spreekmelodieën bovenop kruimige akkoordbegeleidingen wezen componisten als Monteverdi de oude polyfonie de deur uit.  

Speelt het filmpje niet op uw iPhone of iPad of hoort u niets? Bekijk het via deze link


Ga naar de eerste pagina
0:00
/
0:00
Start audio now
De vroege barok was een tijd van risico en overgang. Vraag het maar aan de Romeinse fruit- en bloemenverkopers op het Campo dei Fiori: op hun plein werd in februari 1600 het vuur aangestoken onder de voeten van Giordano Bruno. De onfortuinlijke natuurfilosoof staat symbool voor alle dichterdenkers die voelden dat er een muur om de toekomst stond. In de voorbije eeuw hadden humanisten met hun adoratie voor antieke filosofie en wetenschap het denken tot stilstand gevoerd. Was het nog mogelijk om inzichten uit de klassieke Oudheid te eren en tegelijk innovatief te zijn? Literatoren en astronomen, componisten en biologen: allemaal moesten ze zich bewijzen op het koord tussen oud en nieuw.

Ga naar de eerste pagina
De katholieke kerk was er snel bij om de barok te kapitaliseren. De populariteit van het protestantisme bracht het ‘enige, ware geloof’ in het gedrang. But if you can't beat them, bang them: aan het begin van de 17e eeuw wilden pausen de protestantse soberheid overtroeven met glorieuze schilderkunst, extatische heiligenbeelden, monumentale architectuur en emotioneel overrompelende muziek. Rond 1560 oordeelde het Vaticaan dat missen vooral verstaanbaar moesten zijn, een halve eeuw later moesten componisten niets minder dan extase opwekken. Van Venetië tot Rome, van Milaan tot Napels: de middelen die de katholieke kerk voor muziek opzij zette, deden protestantse componisten tandenknarsen van jaloezie. 

Speelt het filmpje niet op uw iPhone of iPad of hoort u niets? Bekijk het via deze link 
Ga naar de eerste pagina
0:00
/
0:00
Start audio now
Voor de meeste mensen komt ‘s morgens de zon op. Ook Paus Paulus V was ervan overtuigd dat de aarde niet van zijn plaats kwam. Historici maken hem verantwoordelijk voor het meest gênante ‘proces’ uit de kerkelijke geschiedenis: dat van de rooms-katholieke kerk versus de natuurkundige Galileo Galilei. Maar ook binnen de muren van het Vaticaan stond deze ex-jurist bekend als een hardhoofdig reactionair. Toch wist ook hij zijn geloof te vermarkten: hij pompte een fortuin in de verfraaiing van Rome, breidde de Vaticaanse bibliotheek uit en renoveerde oude aquaducten. Zijn finest hour beleefde Paulus V toen hij zijn naam liet graveren op het front van de pas voltooide Sint-Pietersbasiliek. Maar dat Monteverdi de Mariavespers aan hem opdroeg, heeft hij mogelijk niet eens geweten.

Ga naar de eerste pagina
0:00
/
0:00
Start audio now
De melodieus modieuze zangstijl die omstreeks 1600 in opmars was, bleek ook voor machthebbers een opsteker. In de nieuwe expressiviteit van de barok herkenden staatsmannen en prinsen hun zuiverheid en edele aard. Maar in dat licht werd schoonheid vaak ook politiek, en ontstonden sommige van de beroemdste muziekstukken onder duistere condities. Veel vroegbarokke meesterwerken zijn het product van eliteculturen of werden geschreven voor dictatoriale hofhoudingen die de onderlaag van hun bevolking uitbuitten. Dat elke opvoering van Monteverdi’s Orfeo nog steeds begint met een verheerlijking van de despotische Gonzagafamilie, is een smet op de operageschiedenis. 

Ga naar de eerste pagina
0:00
/
0:00
Start audio now
De eerste helft van de 17e eeuw? Europa had wel betere tijden gekend. Extreme weersomstandigheden zorgden voor rotte oogsten, volksverhuizingen, armoede en hongersnood. Ziektes en epidemieën leidden tot instabiliteit en crisissen. Religieuze haatgevoelens veroorzaakten vernietigende conflicten, oorlogen en revoluties. Tegelijk zette die onrust de prille barok onder hoogspanning. Op muzikaal vlak werden zoete melodieën geïnjecteerd met plotse dissonanten, gingen de regels van het contrapunt op de schop, sloegen mismuziek en opera de luisteraar uit het lood en ontstond een nieuw soort virtuoze zanglust. Al deze facetten kwamen samen in de weergaloze muziek van Claudio Monteverdi.

Ga naar de eerste pagina
Ga naar de eerste pagina

0:00
/
0:00
Start audio now
Hoezo is sacrale muziek niet ook een vorm van theater? In zijn Mariavespers mixte Monteverdi oude technieken met de nieuwste operatrucs. Het resultaat is een louterende fantasie over geloof, medelijden en liefde. 

Ga naar de eerste pagina
Waarom precies componeerde Monteverdi zijn vespers? En wanneer dan? Vanwaar ineens deze indrukwekkende muziek voor virtuoze zangers en instrumentalisten? Werd de muziek bedacht als een samenhangend geheel? Of is de partituur samengesteld uit stukken die hij voor specifieke gelegenheden schreef? Misschien zijn het wel vingeroefeningen van een componist op zoek naar een nieuwe uitdaging? De Mariavespers zijn omringd door vraagtekens. Eén onderzoeker omschreef het werk als een musicologische ‘kiss of death’: ‘Wie de Mariavespers uitvoert, zaait onmin. Wie erover schrijft, maakt vijanden. En wie zich afzijdig houdt, kan worden beschouwd als een lafbek, een snob, een angsthaas of alle drie tezamen.’
Ga naar de eerste pagina
0:00
/
0:00
Start audio now
Wie de publicatie van 1610 bekijkt, besluit snel dat de moderne madrigalist en operavernieuwer Monteverdi zijn criticasters lik op stuk gaf. Het titelblad geeft in grote kapitalen alle aandacht aan de mis in oude kerkstijl. Iets verderop wordt verwezen naar de vespers, vergezeld van religieuze gezangen. Daaronder staat dat deze muziek geschikt is voor uitvoeringen in prinselijke kamers en aristocratische kapellen. Door een klassieke mis aan te vullen met virtuoze vespers en eigentijdse gezangen liet Monteverdi horen dat de fusie tussen oud en nieuw perfect mogelijk was.

Ga naar de eerste pagina
0:00
/
0:00
Start audio now
Vespers, wat zijn dat eigenlijk? Binnen de dagelijkse getijden- of gebedscyclus van de katholieke kerk vormen de vespers het avondgebed. Net zoals andere getijden (metten, lauden of completen) staan ook in de vespers de psalmen centraal. Het middeleeuwse, gregoriaanse psalmgezang op doordeweekse dagen stelt niet zoveel voor, maar op belangrijke feest- of heiligendagen werd sierlijker gereciteerd. Componisten die met dit materiaal aan de slag gingen, hadden pronk en praal in hun pen. 

Ga naar de eerste pagina
De verering van Maria was het geheime wapen van de Contrareformatie. Terwijl het protestantisme naar de christelijke essentie streefde, werd Maria opgevoerd als mascotte van de katholieke kerk. Door met zijn vespers de ‘heiligste maagd' te celebreren, schonk Monteverdi zich vanzelf een afzetmarkt. Beter dan wie ook begreep deze operacomponist dat Maria met toeters en bellen onthaald mocht worden. Al in het eerste nummer van de Mariavespers is het raak: terwijl het koor een plechtige smeekbede aanheft, krioelen feestelijke nootjes om de tekst. De fanfareachtige pretmuziek is dezelfde als die waarmee Monteverdi zijn Orfeo begon. Religie als theater, spektakel als zingeving: in deze muziek hoor je de barok geboren worden.

Speelt het filmpje niet op uw iPhone of iPad of hoort u niets? Bekijk het via deze link
Ga naar de eerste pagina
De virtuositeit en luister waarmee Monteverdi in de Mariavespers zijn noten schikt, zijn niet weggelegd voor het eerste het beste kerkkoor. Vooral de vijf psalmen zijn vormgegeven met groot elan en nog grotere verbeeldingskracht. In Dixit Dominus lossen donderpreken af met verstillingsmomenten, halfweg Nisi Dominus vechten stemmen een vocale veldslag uit en in Laudate pueri staat ceremoniële grandeur naast virtuoze vocalen en watervlugge ritmes. De bruuskheid waarmee Monteverdi muzikale stijlen mixt, is gedurfd: sonore koorblokken lossen zomaar op in briljant brabbelgezang, glorieuze slotformules dalen neer als ufo's uit het luchtruim. 

Speelt het filmpje niet op uw iPhone of iPad of hoort u niets? Bekijk het via deze link
Ga naar de eerste pagina
Het gaat er spectaculair aan toe in de Mariavespers. Maar niet alleen daarom springt deze compositie in het oor. Traditioneel worden psalmen ingeleid door gregoriaanse antifonen: reciteerformules waarin stemmen beurtelings het woord nemen. Monteverdi’s partituur bevat geen antifonen, wel motetten in de nieuwste barokstijl. Is deze muziek bedoeld als alternatief voor de klassieke antifonen? Niemand die het weet. Maar wat wel zeker is: deze toegevoegde muziek glimt en gloeit van intieme momenten en erotische ondertonen. Het sensuele eb en vloed van Nigra sum, de mysterieuze zweefzang van Duo Seraphim of de wonderlijke echo's in Audi coelum: door grootse psalmen af te lossen met ragfijne liederen laat Monteverdi horen de meest geavanceerde componist van zijn tijd te zijn. 

Speelt het filmpje niet op uw iPhone of iPad of hoort u niets? Bekijk het via deze link
Ga naar de eerste pagina
Eind- en hoogtepunt van de vespers is het ‘magnificat’, de lofzang op Maria die klinkt wanneer het altaar met wijwater besprenkeld wordt. Het meer dan een kwartier lange Magnificat van Monteverdi ligt in twee versies voor: een zesstemmige versie zonder instrumenten en een luxueus georkestreerde, zevenstemmige versie. Het magnifieke van dit Magnificat schuilt niet zozeer in het glansrijke gejubel, maar in de onvoorspelbaarheid ervan. Violen die hoge noten scheren, weelderige duetten voor tenoren, sopranen en bassen, instrumentale zijsprongen, opera-achtige scènes: Monteverdi's Magnificat is niet het muzikale toetje na een luxueuze maaltijd, maar een heus dessertbuffet. 

Speelt het filmpje niet op uw iPhone of iPad of hoort u niets? Bekijk het via deze link
Ga naar de eerste pagina
0:00
/
0:00
Start audio now
Monteverdi’s Mariavespers is een overrompelende concertzit. Beslist is de partituur het grootste religieuze meesterwerk voor Bachs Mattheuspassie of Händels Messiah. Toch tuimelden de vespers na de dood van hun maker in de vergeetput. Pas vierhonderd jaar later werden ze herontdekt door de eerste generatie oudemuziekpioniers. Parallel aan de groeiende populariteit van de Mariavespers loopt dan ook het verhaal van de historisch geïnformeerde uitvoeringspraktijk ('historically informed performance', of HIP). Gardiner, Harnoncourt, Jacobs, Parrott, Savall, Pickett, Christie, Fasolis, Suzuki, Alessandrini, King, Kuijken of Herreweghe: vrijwel elke klasbak uit de de oudemuziekbeweging heeft een beslissende opname van de Mariavespers nagelaten.

Ga naar de eerste pagina
Ga naar de eerste pagina
Omlaag schuiven om verder te gaan Swipe to continue
Vegen om verder te gaan