ZA 03 FEB 2024Topstuk CavalieriLamentaties
Je luistert naar Emilio de’ Cavalieri, Lamentationes Hieremiae prophetae, Prima die: Lectio prima. Incipit Lamentatio, Profeti della Quinta, 2023.
Emilio de’ Cavalieri: Lamentationes Hieremiae prophetae (1599)
We hebben het over Emilio de’ Cavalieri. Hij werd rond 1550 geboren in Rome, en hij stierf er in 1602. Tussenin verbleef hij lange tijd in Firenze, in dienst van de familie de’ Medici.
Van Cavalieri zijn weinig werken bewaard. Zijn Rappresentatione di Anima, et di Corpo (1600) wordt soms ‘de eerste opera’ dan wel ‘het eerste oratorium’ genoemd. Het zijn de Lamentationes Hieremiae prophetae (1599) die hier onze topstuk-aandacht trekken. De klaagzangen van Jeremia sierlijk op muziek gezet. Klagen, ja, maar dan in stijl.
Leven & Werk
Je luistert naar Emilio de’ Cavalieri (?), Dalle più alte sfere uit La Pellegrina (1589), Huelgas Ensemble, Paul Van Nevel, 1999.
Producent van de eerste opera’s
Cavalieri trad zelf aan als componist, maar werd ook verwacht andere componisten in hun werk te ondersteunen. Toen Euridice, een libretto van Ottavio Rinuccini, door Jacopo Peri op muziek werd gezet, was het Cavalieri die de productie van de opera mogelijk moest maken. Cavalieri kwam daarmee in een web van rivaliteit terecht, want nog voor de première van Peri’s Euridice had Giulio Caccini zijn eigen versie van de opera gepubliceerd.
Je luistert naar Giulio Caccini, L’Euridice, Prologo: Aria di Romanesca, Scherzi Musicali, Nicolas Achten, 2008.
‘Deze stijl heb ík uitgevonden’
Rinuccini en Peri wilden in het voorwoord van Euridice (1600) de eer opstrijken. Cavalieri was verbolgen: had Allessandro Guidotti in het voorwoord tot Cavalieri’s Rappresentatione … niet al aangetoond wie de echte uitvinder was? Cavalieri schreef het aan een vriend: ‘Deze stijl heb ík uitgevonden, en iedereen weet het’.
Je luistert naar Luca Marenzio, Cantava la più vaga pastorella, La Compagnia del Madrigale, 2015.
Herders die verloren lopen
Aan het eind van de 16e eeuw was de pastorale in adellijke kringen een nieuwe hype geworden. Het ging om toneelstukken, al dan niet met muziek, waarin het plattelandsleven werd geïdealiseerd. Van Cavalieri weten we dat hij Tasso’s Aminta produceerde, misschien met eigen muziek. Ook Satiro en La disperazione di Fileno op tekst van Laura Guidiccioni verschenen op de Florentijnse planken, zoals ook de pastorella Il giuoco della cieca, naar Guarini’s Il pastor fido. Helaas bleef niets van Cavalieri’s pastorale muziek bewaard.
Je luistert naar Emilio de’ Cavalieri, Lamentationes Hieremiae prophetae, Prima die: Lectio prima. Incipit Lamentatio, Gesualdo Consort Amsterdam, Harry van der Kamp, 2002.
De luister van de lamentaties
Cavalieri bewoog zich in de hoogste kerkelijke kringen, onder heren die van pracht en praal hielden. Het hoeft dus niet te verbazen dat zijn zettingen van de lamentaties aan hun verlangen naar ‘luister’ beantwoordden.
Je luistert naar Giulio Caccini, Innefabile ardor uit Il rapimento di Cefalo, Le Poème Harmonique, Vincent Dumestre, 2007.
Een laatste keer naar Rome
De afwezigheid van de Franse koning weerhield het Florentijnse hof er niet van om nog eens alles uit de kast te halen. Voor deze gelegenheid werd Euridice van Jacopo Peri ten tonele gebracht, naast Il rapimento di Cefalo, een nieuwe opera van Giulio Caccini. Dat laatste viel Cavalieri zwaar. Teleurgesteld verliet hij Firenze, om er nooit meer terug te komen. Iets meer dan een jaar later overleed hij, op 11 maart 1602. Zijn graf in de Romeinse basiliek Santa Maria in Aracoeli werd in de 18e eeuw weggehaald.
Context
Deel 2ContextNieuwe eeuw, nieuwe muziek
Je luistert naar Giovanni Pierluigi da Palestrina, Missa Papae Marcelli, Kyrie, The Sixteen, Harry Christophers, 1990.
Rome
Maar niet alleen in de pauselijke kapel klonk muziek. Religieuze instellingen in Rome hadden hun eigen muzikale personeel. De in Rome residerende kardinalen – waaronder Ferdinando I de’ Medici, werkgever van Cavalieri – leefden prinselijk. Zij spendeerden grote hoeveelheden geld aan kunst en muziek. Ook seculiere muziek floreerde, zowel vocaal als instrumentaal.
Met zijn uitvoerige zettingen van de lamentaties van de Goede Week droeg ook Cavalieri bij aan de rijke cultuur van religieuze muziek in Rome.
Je luistert naar Emilio de’ Cavalieri, Rappresentatione di Anima, et di Corpo, Il tempo fugge, L’Arpeggiata, Christina Pluhar, Marco Beasley, 2013.
Firenze
Een directe verbinding werd gelegd tussen de muziek van de oudheid, met name van de Grieken, en de muziek van de dag. Vincenzo Galilei (vader van dé Galilei) besprak dit uitvoerig in zijn traktaat uit 1581: Dialogo della musica antica et della moderna. In het algemeen zou het ideaal worden: het recitar cantando. Het zingend spreken of sprekend zingen, waarvan de humanisten dachten dat dat de toneelmuziekstijl van de Grieken was geweest.
Het nut van vergaderen I
Van belang voor de wereld van de ‘nieuwe muziek’ was het lidmaatschap van dichter Ottavio Rinuccini. Naar thema’s en opzet gaf hij met zijn libretti aan componisten als Peri en Monteverdi de voorzet tot gezongen toneelstukken die we later opera zijn gaan noemen.
Het nut van vergaderen II
Muziek werd door deze daad uitdrukkelijk niet langer in een rationele, maar in een kunstzinnige, dramatische, retorische context geplaatst. Het werd een echt humanistische discipline, die erop gericht was het affect, de emoties van een tekst doeltreffend te verklanken en te versterken. Dat paste ook perfect binnen de visie dat de nieuwe muziek terug zou grijpen naar de Griekse tragedie, waarin gezongen teksten precies die taak hadden.
Je luistert naar Benjamin Britten, Seven Sonnets of Michelangelo, opus 22 nr. 3, Veggio co’ be’ vostri occhi un dolce lume (’Sonetto XXX’), Ian Bostridge, 2013.
Entr’acte: de vlam van Michelangelo
Er is een opvallende connectie tussen Michelangelo en onze Cavalieri, namelijk via Emilio’s vader Tommaso. Als knaap was Tommaso in het vizier van Michelangelo gekomen, die voor de jongen een vriendschap ontwikkelde, een liefde – waarvan niemand weet of die ooit fysiek werd. Dat laatste is volgens de meeste historici onwaarschijnlijk.
In elk geval is er in het werk van Michelangelo (met tekeningen, gedichten en brieven) een hartstochtelijke affectie merkbaar van de oudere kunstenaar voor de veel jongere Tommaso de’ Cavalieri. Tussen de twee mannen ontstond een levenslange vriendschap, dat staat vast. Tommaso werd een prominente Romein: ambtenaar, adviseur van pauzen en kardinalen, verzamelaar van kunst, en ook echtgenoot en vader.
Je luistert naar Gerardus van Turnhout, Missa O Maria vernans rosa, Utopia Ensemble, 2021.
De oude muziek
Zo sterk was het verlangen naar het nieuwe, dat al wat oud was afgezworen moest worden. Daar hoorde ook de polyfonie bij, tot dan de heersende muziekstijl. Het probleem was niet zozeer de meerstemmigheid op zich – polyfonie zal in de ‘nieuwe muziek’ niet volledig verdwijnen – maar de onbruikbaarheid ervan voor de centrale doelstelling van de Camerata: de (veronderstelde) stijl van de Griekse tragedies recreëren, met zingende solisten die recht doen aan het ritme en de accentlijnen, het affect en de dramatiek van de tekst.
Je luistert naar Giulio Caccini, Amor, io parto, Johannette Zomer en Fred Jacobs, 2005.
De nieuwe muziek
Een van de meest dominante figuren binnen de Camerata Fiorentina, Girolamo Mei, woonde overigens in Rome. Dat is historisch gezien erg interessant, omdat we door zijn bewaard gebleven correspondentie met leden van de Camerata, waaronder vooral Vincenzo Galilei, inzage krijgen in zijn redeneringen.
Mei was een historicus die zich meer dan ooit op de wereld van de oude Grieken toelegde. Naast zijn belangstelling voor hun tonaal systeem en de stemming van instrumenten focuste hij vooral op de Griekse tragedie, die volgens hem volledig gezongen was, op een natuurlijk ritme. Dat was de kiem van de ‘nieuwe muziek’.
Je luistert naar Giovanni Animuccia, Lauda, Musica Perduta, Renato Criscuolo, 2014.
De geboorte van het oratorium
Met wat goede wil kunnen we Cavalieri’s Rappresentatione di Anima, et di Corpo een vroege opera noemen, maar het woord ‘oratorium’ is zeker meer op zijn plaats. De muzikale taal verschilt nauwelijks, maar de geest is anders. De Rappresentatione ligt mooi in het verlengde van wat Filippo Neri en zijn Congregazione dell’Oratorio nastreefden. Geestelijke oefening versterken door het inzetten van de emotionele kracht van muziek. Aanvankelijk gebeurde dat met kortere laude en madrigale spirituale, maar net zoals bij de opera werd meer en meer de nadruk gelegd op een vertellend, soms dramatisch libretto, in een avondvullende context. Het oratorium was geboren.
Lamentationes
Deel 3LamentationesCavalieri’s Lamentationes wat nader bekeken
Eerst is er natuurlijk de bijbelse oorsprong van de tekst, en de plaats die de lamentaties kregen in de christelijke liturgie. Ook kijken we naar muzikale zettingen van lamentaties voor en na Cavalieri. Opvallend is het gebruik van de 22 letters van het Hebreeuwse alfabet aan het begin van de 22 verzen van de vijf grote gedichten die samen het boek Klaagliederen vormen.
Ten slotte luisteren we aan de hand van enkele concrete voorbeelden naar de verschillende registers waarmee Cavalieri de lamentaties muzikale gestalte gaf. Het codewoord: afwisseling.
Je luistert naar Emilio de’ Cavalieri, Lamentationes Hieremiae prophetae, Le Poème Harmonique, Vincent Dumestre, 2001.
De Klaagliederen van Jeremia
Of een waarschuwing, want waar het echt om gaat is niet alleen de fysieke verwoesting van Jeruzalem, maar ook de zondigheid van de mens, de ellende die mensen zich door hun gedrag op de hals halen. Het wordt hoog tijd je leven te veranderen, zegt de schrijver. Als je op God vertrouwt, dan ziet de toekomst er goed uit. Het boek eindigt met een lang gebed, een smeekbede om verlossing en herstel.
De lamentaties in de liturgie
Zo ook in de christelijke traditie, waar fragmenten uit de Klaagliederen de kern vormen van de ‘Tenebrae’: de donkere metten van de Goede Week. Bij de christenen staat de donkerte voor het lijden van Christus.
De metten worden bij grote gelegenheden opgedeeld in drie nocturnes. Elke eerste nocturne van Witte Donderdag, Goede Vrijdag en Stille Zaterdag bevat telkens drie (fragmenten van) lamentaties. Een volledige muzikale zetting zal naar christelijke traditie dus negen lamentaties bevatten.
Je luistert naar Jacques Arcadelt, Lamentatio Jeremiae a 5, Cappella Mediterranea, Doulce Mémoire, Choeur de Chambre de Namur, Leonardo García Alarcón, 2018.
Oudere zettingen
Verderop in de 16e eeuw dikt de lijst lamentaties-componisten nog flink aan, met Arcadelt, Isaac en de la Rue, en tegen het eind van de eeuw ook Morales, Lassus, Tallis en Palestrina. De versie van die laatste zou vanaf ongeveer 1588 de standaardversie worden in de Sint-Pieterskerk in Rome, in opvolging van de versie van Carpentras, die er vijftig jaar stand gehouden had.
Je luistert naar Emilio de’ Cavalieri, Lamentationes Hieremiae prophetae, Aleph, Le Poème Harmonique, Vincent Dumestre, 2001.
De Hebreeuwse letters
Waarom de 22 letters? Je kan het administratief zien, als een nummering van de verzen. Het kan ook conceptueel zijn. Dan is dit een tekst die ‘van A tot Z’ de verwoesting van Jeruzalem betreurt, en datgene waar die verwoesting voor staat: de zondigheid van de mens.
Je luistert naar Emilio de’ Cavalieri, Lamentationes Hieremiae prophetae, Hierusalem convertere ad Dominum tuum, Le Poème Harmonique, Vincent Dumestre, 2001.
Muziek voor de Goede Week in Rome
Cavalieri was, naast wat hij in Firenze deed, ook verantwoordelijk voor de muziek van de Goede Week in verschillende kerken in Rome. Daarom schreef hij deze zettingen van de Klaagliederen, in de moderne, declamatorische stijl die hij in Firenze mee had ontwikkeld.
Vroegbarokke voorbeeldigheid
De bundel – verdeeld over vier secties waarvan sommige volledige sets lamentaties of responsoria bevatten, en andere onvolledig zijn gebleven – toont een voorbeeldige diversiteit: eenstemmige stukken (solo’s dus) maar ook duetten en drie- tot zesstemmige koorstukkken. De koormuziek is bovendien zeer gevarieerd, van eenvoudige declamatorische falsobordone (verticaal gelijklopende meerstemmigheid gebaseerd op een paar eenvoudige regels) over complexe, ‘ouderwetse’ polyfonie, tot meerkorige passages.
Essentieel is natuurlijk de baslijn, de basso continuo. Die bevat aanwijzingen voor het meerstemmig uitwerken ervan, soms met noten maar meestal met cijfers: een van de vroegste voorbeelden van een ‘becijferde bas’.
Je luistert naar Emilio de’ Cavalieri, Lamentationes Hieremiae prophetae, Defecerunt, Le Poème Harmonique, Vincent Dumestre, 2001.
Met gevoel voor dramatiek
In het manuscript staan veel minder noten dan wat we te horen krijgen. De partituur van de 16e eeuw is op veel punten nog een suggestie, een voorzet. Aan de hand van allerlei regels kan je de muziek personaliseren, ornamenteren, dramatiseren.
Dit Defecerunt leidt naadloos naar het zesstemmige Jerusalem, Jerusalem – de vermanende afsluiter van elke lamentatie. De scribent – Duritio Isorelli, die misschien, in plaats van Cavalieri, de componist is van dit onderdeeltje – geeft aan dat we beroep kunnen doen op ‘Signora Vittoria’. Deze Vittoria Archilei was een beroemde zangeres (‘La Romanina’) die haar hele leven in dienst was bij Ferdinando de’ Medici.
Je luistert naar Emilio de’ Cavalieri, Lamentationes Hieremiae prophetae, Caligaverunt, Le Poème Harmonique, Vincent Dumestre, 2001.
Verandering doet luisteren
‘L’on a couru en foule’
De Mercure galant, een van Frankrijks oudste kranten, berichtte in 1680 over de grote publieke belangstelling (“l’on a couru en foule”) voor twee uitvoeringen van ‘Ténèbres’ op dezelfde dagen: in de Sainte-Chapelle en in de Abbaye-aux-Bois. In de abdijkerk weerklonk toen Charpentiers Leçons de ténèbres. Deze grote Franse traditie werd verdergezet door onder meer François Couperin.