Elke voetbalfan kent zijn muziek. Hij componeerde voor koningen en edellieden, liet zich inspireren door water en vuurwerk, en schreef het populairste Halleluja aller tijden. Maar wist je ook dat Georg Friedrich Händel als kind helemaal geen muziek mocht spelen? Dat hij als Duitse componist in Engeland beroemd werd met Italiaanse opera’s? En dat hij componeerde met de snelheid van het licht?
Vierentwintig dagen. Zo lang duurt het om een meesterwerk te maken. Tenminste als je naam George Frideric Handel is. Op zijn Engels en dus zonder umlaut op de a, want toen hij in 1741 in recordtempo zijn Messiah componeerde, was hij al stevig ingeburgerd in Londen. Volgens sommigen zorgde pure goddelijke inspiratie ervoor dat de noten op het blad vlogen. Anderen zien vooral de ervaring en het vakmanschap van de 56-jarige componist. Hoe dan ook ontstond in die nazomer een compositie die sindsdien nooit meer is weggeweest van het concertpodium. En dat is uitzonderlijk.
In Halle an der Saale reed in 1890 de eerste elektrische tram van het Europese vasteland. Toch prijkt op de Grote Markt geen tramstel, maar wel een standbeeld van een componist. Tweehonderd jaar eerder stond in deze Duitse stad immers de wieg van Georg Friedrich Händel. Hij werd geboren in hetzelfde jaar als Johann Sebastian Bach (1685) en zou samen met zijn leeftijdsgenoot bepalend zijn voor de stijlperiode die we vandaag kennen als ‘de barok’. Denk aan religieuze muziek die gebaseerd is op Lutherse koralen, denk aan virtuoze instrumentale muziek, denk aan solistisch gezang met begeleiding van basso continuo. En denk aan opera: het genre dat Bach links liet liggen, maar waarin Händel al vanaf zijn twintigste floreerde.
Dat Händel zijn leven aan de muziek zou wijden stond helemaal niet in de sterren geschreven. Als zoon van een barbier-chirurg werd hij eerder van muzikaal tijdverdrijf weggehouden. Volgens John Mainwaring, de eerste Händelbiograaf, leerde hij stiekem muziek spelen op een klavichord dat ergens op zolder stond. Mainwaring baseerde zich vooral op Händels eigen verhalen en herinneringen, dus weten we niet hoe accuraat deze anekdote is. Wat we wel zeker weten, is dat de negenjarige Händel indruk maakte op de werkgever van zijn vader: de hertog van Saksen-Weißenfels. Onder zijn impuls kreeg Händel vanaf dan muziekonderwijs van Friedrich Zachow, organist van de Liebfrauenkirche in Halle.
Halle werd al snel te klein voor Händel. In de zomer van 1703 trok hij als 18-jarige naar Hamburg, de enige stad in Duitsland met een onafhankelijk operahuis. Daar kon hij aan de slag als violist en klavecinist. Hij leerde er de nieuwste opera’s kennen en kende er ook zijn eerste successen met eigen werk. In Hamburg werd hij ook bevriend met zanger en theoreticus Johann Mattheson. Uit die tijd dateert de beroemde anekdote dat beide heren tegen elkaar duelleerden nadat Händel tijdens een uitvoering van Matthesons opera Cleopatra weigerde om de leiding over het orkest terug te geven aan de componist. Bij dat duel zou slechts een knoop van Händels vest verhinderd hebben dat Matthesons degen hem dodelijk verwondde.
Je luistert naar het duet Ich will gar von nichts wissen uit de opera Almira (1705)
In een publicatie uit 1740 herinnert Mattheson zich:
‘Er war starck auf der Orgel: stärker, als Kuhnau, in Fugen und Contrapuncten, absonderlich ex tempore; aber er wuste sehr wenig von der Melodie, ehe er in die hamburgische Opern kam.’ / ‘Hij was sterk op het orgel: sterker dan Kuhnau, in fuga's en contrapunten, vooral in improvisatie; maar hij wist heel weinig van melodie voordat hij bij de Hamburgse opera kwam.’
Als Händel volgens Mattheson nog veel kon leren op het vlak van melodieën componeren, dan was er geen betere plek om naartoe te reizen dan Italië. Tussen 1706 en 1710 treffen we de componist aan in Toscane, Rome, Firenze, Venetië en Napels. Hij componeert er in opdracht van kardinalen en adellijke families, en hij realiseert er zijn eerste volledige opera, Rodrigo, die in 1707 in Firenze in première ging. Op 24 december 1709 opent het gekende carnaval van Venetië met de première van de komische opera Agrippina. Het enorme succes bij het internationale publiek zette de Duitse componist meteen op de kaart. Nieuwe namen in het adresboekje van Händel: prins Ernst Georg van Hannover (die in 1714 koning George I van Engeland zou worden) en de hertog van Manchester.
Je luistert naar het duet No, no, ch’io non apprezzo uit de opera Agrippina
Het succes van Agrippina in Venetië had de componist geen windeieren gelegd. In 1710 werd hij kapelmeester aan het hof van Hannover, maar nog geen jaar later trok hij al naar Londen. Daar zat Italiaanse opera in de lift. Handel (voortaan zonder umlaut op de a) leverde met de opera Rinaldo een indrukwekkend visitekaartje af. De componist zat trouwens zelf aan het klavier en kon tijdens de aria ‘Vo’ far guerra’ ook uitpakken met zijn improvisatietalent.
George I en Händel op de Theems, impressie van de eerste opvoering van Water Music
Het is een randbemerking in een brief van juli 1711, maar het zegt ons iets: Handel verdiept zich in de Engelse taal, een duidelijke aanwijzing dat Londen meer zou zijn dan een etappe in zijn internationale carrière. Hij werkte in dienst van het koninklijke hof en dat levert naast zijn opera’s en religieuze werken ook muziek voor koninklijke aangelegenheden op. Het bekendste voorbeeld is zonder twijfel de Water Music, een orkestsuite die gespeeld werd tijdens de boottocht van koning George I op de Theems.
Je luistert naar Water Music
Later volgden nog vier Coronation Anthems toen George II de troon besteeg in 1727, waaronder het bekende Zadok the Priest (aka de huidige Champions League Hymn).
Je luistert naar Zadok the Priest
Minder bekend misschien zijn de Funeral Anthem voor Queen Caroline en de Wedding Anthem voor Princess Anne. Kortom, hij maakte de soundtrack voor alle koninklijke gebeurtenissen.
In 1719 werd de Royal Academy of Music opgericht door de Londense elite om de Italiaanse opera in Londen verder te ondersteunen en te promoten. Als muzikaal leider kon Handel zelf de artiesten kiezen en zijn eigen werk promoten. De keerzijde was dat hij ook moest omgaan met de rivaliteit tussen zangeressen, intriges onder componisten en financiële uitdagingen. Na tien jaar werd de Academy opgeheven, waarna Handel prompt een nieuwe operacompagnie oprichtte. Maar er was ook concurrentie vanuit de nieuw opgerichte Opera of the Nobility. Hoge bomen vangen veel wind, en ook Handel moest ondervinden dat niet iedereen zo blij was met zijn dominante positie. Bovendien speelde zijn sterke affiliatie met het koningshuis niet altijd in zijn voordeel, gelet op de politieke context van die tijd.
Je luistert naar het koor ‘How Excellent Thy Name, O Lord’ uit het oratorium Saul
Toen de Italiaanse opera eind de jaren 1730 terrein verloor in Londen had Handel al zijn oog laten vallen op een ander genre: het Engelse oratorium. Ergens was dat uit noodzaak omdat de laatste operaproducties niet rendabel waren. Tegelijk kon hij met muzikale Bijbelverhalen in de volkstaal een breder publiek bereiken. Dankzij zijn ervaring in de opera slaagde hij er in om deze religieuze verhalen niet zomaar te vertellen, maar ze echt tot leven te wekken. In Saul neemt hij de luisteraar mee in de complexe gevoelswereld van het hoofdpersonage. Het koor symboliseert de Israëlieten en is dus meer dan een loutere commentaarstem. Handel haakt op zijn eigen manier in op de rijke Engelse koortraditie en zal dat blijven doen in latere oratoria.
Handels succes in het genre van het oratorium is sterk verbonden met de figuur van Charles Jennens. Jennens was een rijke landeigenaar en groot liefhebber van muziek en literatuur. Hij was diepgelovig en had sterke politieke overtuigingen. Zo weigerde hij trouw te zweren aan de Stuarts omdat die katholiek waren. Volgens sommigen was hij ook een beetje gestoord en wereldvreemd … Hij koesterde de vriendschap met Handel en voorzag hem van verschillende libretti voor oratoria. Hij was het die de teksten voor Saul en Israel in Egypt voorzag, en dus mee aan de basis stond van Handels eerste stappen in het oratorium. Ook de teksten van Messiah komen uit de pen van Jennens.
In de anekdotes die William Cox publiceerde in 1799 lezen we:
‘Het is inderdaad waar dat de componist niet van aard was om zangers met groot respect te behandelen; hij beschouwde hen misschien al te zeer als louter instrumenten, die slechts stem gaven aan die harmonie waarvan hijzelf zo’n vooraanstaand schepper was.’
De beroemde muziekhistoricus Charles Burney (1726-1814) omschrijft Händel dan weer als volgt:
‘Hij was onstuimig, ruw en dwingend in zijn manieren en gesprekken, maar zonder enige boosaardigheid; er zat zelfs een aparte humor en geestigheid in zijn heftigste uitbarstingen van boosheid of ongeduld. Dat was, in combinatie met zijn gebroken Engels, buitengewoon lachwekkend. […] Händels algemene voorkomen was wat zwaar en nors, maar wanneer hij glimlachte was het als de zon die door een zwarte wolk breekt. Er verscheen dan plots een flits van intelligentie, humor en goed humeur op zijn gelaat, die ik bij vrijwel niemand anders ooit heb gezien.’
Niet Georg Frideric Handel, maar wel Charles Jennens kwam met het idee voor Messiah op de proppen. In tegenstelling tot de meeste oratoria is deze tekst geen bewerking van een concreet verhaal, maar een verzameling van zorgvuldig gekozen bijbelfragmenten. Deze ‘collection of the scripture’ bevat verzen uit 32 verschillende hoofdstukken van de bijbel. Van de 90 verzen komen er 70 uit het Oude Testament, waarin de komst van de Messias voorspeld wordt. Uit het Nieuwe Testament selecteerde Jennens passages die aantonen dat alleen Jezus Christus de ware Messias kan zijn.
Coverpagina van de partituur van Handels Messiah
Hoewel Messiah dus geen echt verhaal is, zit er wel degelijk een dramaturgische lijn in de ordening van de bijbelteksten. Het eerste grote deel houdt verband met het kerstverhaal en gaat vooral over hoop en verwachting. In het tweede deel staan de kruisiging en verrijzenis centraal. Lijden en wanhoop vinden hier hun plek, maar ook vreugde en hoop zoals in het bekende Hallelujah! Tot slot komt de triomf en de verlossing in het derde deel.
Je luistert naar de openingsmaten van Messiah, gecomponeerd in de stijl van een Franse ouverture
Toen Handel de muziek voor Messiah componeerde, had hij er al een uitgebreid parcours opzitten als componist. Zijn degelijke Duitse opleiding in orgelspel en contrapunt kon hij in Italië verrijken met de lyriek die de opera nodig had. Tijdens zijn jaren in Londen kon hij niet alleen die Italiaanse opera naar het Engelse publiek brengen, maar kwam hij ook in contact met de Engelse muziek en de rijke koortraditie. In Messiah vinden we dan ook sporen terug van het internationale karakter. Zo is de ouverture geschreven in de kenmerkende stijl van een Franse ouverture, met puntige ritmes en een plechtstatig karakter dat zo de grandeur van Versailles oproept. Later in dit oratorium horen we aria’s die zo uit een Italiaanse opera geplukt lijken en fuga’s die tot het meeste geleerde Duitse contrapunt behoren.
Handel had de gewoonte om op het einde van de partituur te noteren op welke datum het stuk af was. Hierdoor weten we dat hij Messiah componeerde tussen 22 augustus en 14 september 1741. Op amper 24 dagen tijd componeerde hij dus ongeveer twee uur muziek voor solisten, koor en orkest. Of het nu goddelijke bevlogenheid of vakmanschap en efficiëntie was, hoe dan ook was de componist zo door de tekst gegrepen dat hij het werk in één grote krachtinspanning voltooide. En dat met een pijnlijke rechterhand, een gevolg van een beroerte vier jaar eerder.
Je luistert naar de laatste maten van Messiah: Amen
‘I hope he will lay out his whole Genius & Skill upon it, that the Composition may excell all his former Compositions, as the Subject excels every other subject. The Subject is Messiah.’
De New Music Hall in Dublin waar de wereldpremière van Messiah plaats vond
Charles Jennens had hoge verwachtingen toen hij de teksten aan Handel overhandigde. Hij rekende ook op een uitvoering in Londen, maar nog voor Jennens zelfs wist dat de compositie klaar was, besloot Handel het werk eerst mee te nemen naar Dublin. Dat Jennens van anderen moest horen dat ‘zijn’ Messiah was uitgevoerd, speelde wellicht mee in zijn vernietigende opmerking in een brief aan zijn goeie vriend Holdsworth in januari 1743:
‘His Messiah has disappointed me, being set in great hast, tho’ he said he would be a year about it, & make it the best of all his Compositions. I shall put no more sacred Words into his hands, to be thus abus’d.’
Er zijn manuscripten van de partituur bewaard met correcties in het handschrift van Jennens, voornamelijk qua tekstplaatsing. Dat wijst erop dat beide heren in de jaren na de eerste uitvoering samen bleven werken. In 1744 schrijft Jennens zelfs dat ze opnieuw goeie vrienden zijn.
Wanneer componisten in de barok op korte tijd nieuwe muziek schreven, was het gebruikelijk om bestaande muziek, van zichzelf of anderen, te integreren. In Messiah is het aandeel van zogeheten parodieën eerder beperkt, maar er zijn toch enkele opvallende voorbeelden. De onnatuurlijke klemtoon op de eerste lettergreep in het koordeel For unto us a child is born is bijvoorbeeld te verklaren vanuit het originele duet Nò, di voi non vo fidarmi uit de opera Aminta e Fillide.
Je luistert naar het koordeel For unto us a child is born
De onnatuurlijke klemtoon op het eerste woord komt doordat Handel de muziek hergebruikte van het Italiaanse duet Nò, di voi non vo fidarmi
Lijken de snelle notenslierten in His yoke is easy eerder naast de kwestie? Dan is dat te verklaren door de tekst van het origineel: Quel fior che all'alba ride, de bloem die lacht bij dageraad. In And he shall purify zal de aandachtige luisteraar zelfs ontleningen uit het werk van Telemann en Buxtehude terugvinden …
Je luistert naar het koordeel His yoke is easy
De snelle notenslierten verwijzen echter naar de lachende bloem in het eerdere duet Quel fior che all'alba ride
Programmaboekje uit 1957
The Messiah bestaat niet. Dat is een boude bewering, maar het is wel zo dat Handel geen definitieve versie van deze compositie publiceerde. Sowieso was het ‘werkconcept’ in de 18e eeuw nog niet zo afgelijnd als vandaag. Composities werden aangepast aan de noden van elke uitvoering en dat kon soms vrij ingrijpend zijn. Ook Handel maakte aanpassingen aan de partituur op basis van de beschikbare muzikanten en solisten. In die zin hoeft het ook geen probleem te zijn als er slechts één of enkele delen van het werk worden uitgevoerd, wat vaak het geval is.
In tegenstelling tot de opera wordt er bij een oratorium niets in scène gezet. Het drama moet dus volledig uit de muziek komen, en daar zorgt Handel op meesterlijke wijze voor. Een mooi voorbeeld is de tenor-aria Ev’ry valley shall be exalted. De tekst luidt:
‘Alle dalen zullen verheven worden, en alle bergen en heuvels zullen verlaagd worden; het kromme zal recht gemaakt worden en de ruwe plaatsen vlak.’
Het verheffen van de valleien verklankt Handel door middel van zwierige en voornamelijk stijgende melodieën, terwijl het afvlakken van de heuvels voorzien wordt van dalende lijnen. Ook de andere tegenstellingen in de tekst worden muzikaal uitgewerkt.
Je luistert naar de tenor-aria Ev’ry valley shall be exalted
Componisten hebben naast klank nog een ander belangrijk werkmiddel: stilte. Dat Handel die stilte goed weet te benutten blijkt in de alt-aria He was despised. De tekst gaat over hoe de Messias wordt veracht en afgewezen ondanks zijn onschuld en zijn goddelijke missie. De verlatenheid van Christus wordt hier voelbaar in de breekbare muzikale begeleiding en de afgemeten stiltes.
Je luistert naar de aria He was despised
Je luistert naar Handels Hallujah in een gospeluitovering.
Het Hebreeuwse woord Hallelujah betekent ‘Loof de Heer’. Jennens en Handel plaatsen deze lofzang op het moment waarop de verrijzenis van Christus wordt bezongen. De koninklijke trompetten en pauken geven de muziek een feestelijke grandeur die doet denken aan de koninklijke muziek die Handel in Londen componeerde. Het is echter vooral de combinatie van een eenvoudige, collectieve uitroep in het begin met een complexe contrapuntische uitwerking die ervoor zorgt dat deze passage over eeuwen en culturen heen blijft raken.
Je luistert naar Hallelujah uit Handels Messiah
Queen Anne had geen overlevende erfgenamen, waardoor er bij haar dood een einde zou komen aan de bloedlijn van het katholieke huis Stuart. Dat was een kans voor het parlement om via de fameuze Act of Settlement te zorgen dat enkel protestantse erfgenamen in aanmerking zouden komen voor de kroon. Op die manier werd James Stuart buiten spel gezet en kwam Sophia van de Palts, keurvorstin van Hannover en kleindochter van Jacobus I, in aanmerking. Toen Anne stierf in 1714 was Sophia ook al overleden, waardoor uiteindelijk haar zoon de troon besteeg als George I. Een sterke alliantie tussen het vasteland en het Britse koninkrijk was geboren, en componisten zoals Handel profiteerden van de culturele bloei die volgde.
In de periode waarin Handel actief was in Londen, was Engeland niet rechtstreeks betrokken bij grote oorlogen. Dat betekent echter niet dat de hele bevolking een zorgeloos leven kon leiden. Er was in een grootstad als Londen veel armoede. Er waren ziektes, en de kindersterfte bedroeg ongeveer 75%. De combinatie van de maatschappelijke problemen en Handels persoonlijke zorgen over financiën en gezondheid bleken een sterke katalysator voor een compositie die uitgaat van de hoop op verlossing.
Waar zorgen en problemen zijn, daar is ook zorg en liefdadigheid. Messiah is vanaf de eerste uitvoering tot vandaag sterk verbonden met het idee van liefdadigheid. De opbrengst van de allereerste uitvoering in Dublin, op 13 april 1742, werd onder andere gebruikt om mensen met financiële schulden vrij te kopen uit de gevangenis en kans op een nieuw leven te geven. Maar liefst 142 burgers dankten hun vrijheid aan deze benefietvoorstelling. Hoe passend zijn de allereerste woorden die door de tenor worden gezongen na de ouverture van Messiah: Comfort ye ...
Je luistert naar de tenor-aria Comfort Ye My People
Na de succesvolle eerste uitvoering in Dublin duurde het even voor dit oratorium voet aan grond kreeg in Londen. Als religieuze compositie hoorde het niet thuis in de opera, maar de muziek paste ook niet binnen de liturgie. Daar kwam verandering in toen Handel in 1750 een ander goed doel vond bij het Foundling Hospital. De uitvoering vond plaats in de half afgewerkte kapel van deze vluchtplek voor vondelingen en alleenstaande vrouwen met kinderen. Met de inkomsten kon de kapel worden afgewerkt, en daarna werd de uitvoering van Messiah een terugkerend evenement.
Met het Engelse oratorium kon Handel een breder publiek bereiken, en via de opbrengsten zelfs het ‘gewone volk’ vooruit helpen. De breedte van dat publiek moeten we echter nog altijd met een korrel zout nemen, want tickets voor de oratoria waren exact even duur als die voor de opera. Wie zat dan wel in het publiek? ‘The Nobility, Gentry, and principal Inhabitants of the Neighbourhoods and City’ ofwel dus de adel, de notabelen en de belangrijkste inwoners van de wijken en de stad, aldus The Salisboury Journal op 3 oktober 1757. Succesvolle uitvoeringen van Messiah bereikten soms 1.400 toehoorders. Dat lijkt veel, maar is relatief op de meer dan 600.000 inwoners die Londen toen telde.
Je luistert naar Der Messias, een bewerking van Messiah door Mozart
Messiah werd al tijdens Handels leven een vaste waarde dankzij de vele benefietconcerten waarop deze muziek erg passend weerklonk. Maar ook daarna bleef het werk altijd aanwezig op de concertpodia. In 1789 maakte niemand minder dan Wolfgang Amadeus Mozart een bewerking, getiteld Der Messias. Hij paste de orkestratie aan volgens de gebruiken van zijn tijd, met name door extra partijen voor blazers te voorzien. Ondertussen bestaan er letterlijk honderden versies van het Hallelujah en wordt op heel wat plaatsen het hele werk of grote delen eruit jaarlijks uitgevoerd. Auteur Charles King noemt Messiah een ‘message in a bottle’ voor de verschillende generaties die het werk hoorden.
In Trinity Church (New York) wordt Handels Messiah elk jaar uitgevoerd, en dat al vele decennia lang. Het concert op 3 oktober 1770 wordt vaak geciteerd als de eerste uitvoering op Amerikaanse bodem, maar dat klopt niet helemaal. In januari van datzelfde jaar had een zekere William Tuckey al een optreden georganiseerd waarin (delen van) het werk gespeeld werden. Tuckey was een Britse kolonist die voor Trinity Church in New York gewerkt had, maar ondertussen gebukt ging onder zware schulden. Het goede doel van deze allereerste uitvoering was … hijzelf.
Bekijk hier de integrale film The Great Mr. Handel uit 1942.
Een goed verhaal zal altijd verteld blijven worden. Dat geldt voor de inhoud van Messiah, met verhalen uit de bijbel die in elk tijdsgewricht wel een betekenis kunnen krijgen, maar dat is ondertussen ook het geval voor de compositie (en de componist) zelf. Zo zijn er tal van documentaires en verfilmingen, met als meest recente voorbeeld The King of Covent Garden waarin Anthony Hopkins gestalte geeft aan de bijzondere figuur van George Frideric Handel. Deze film verschijnt in het najaar van 2025. In 1942, tweehonderd jaar na de eerste uitvoering van het werk, was er ook al The Great Mr. Handel, een film over de aanloop naar Messiah.
Volgens een populaire maar niet sluitend bewezen anekdote zou koning George II bij de Londense première in 1743 of 1744 zijn opgestaan tijdens het Hallelujah, waardoor het publiek hem volgde en zo de traditie ontstond om bij dit koor te gaan staan. Of dit historisch juist is of niet, het illustreert in elk geval de fysieke kracht van Handels muziek: ze zet mensen letterlijk in beweging, ze maakt dat men niet kan blijven zitten. De traditie is sindsdien blijven voortleven, waardoor het Hallelujah niet alleen een muzikaal, maar ook een sociaal ritueel is geworden.
Je luistert naar de slotmaten van het Halleluja
Liefde voor muziek, let op het antwoord van het publiek
De slotakkoorden van het Hallelujah zijn herkenbaar en vormen wat we in muziekjargon een ‘plagale cadens’ noemen. Voor luisteraars die vertrouwd zijn met de Vlaamse populaire muziek van de jaren 1990, klinkt dat laatste Halle-lujah misschien wel verrassend vertrouwd met de versie met andere klinkers van Raymond van het Groenewoud: Ole-ola.
Halleluja voor Händel en zijn Messiah, maar ook voor de uitgelezen cast die zich onder leiding van Stephan MacLeod aan dit meesterstuk waagt. Naast klasbak Alex Potter betreedt Jeanine De Bique voor de tweede keer dit seizoen de scène van de Concertzaal. De engelen uit Genève maken de magie van deze kerstvreugde compleet.