Opmerking

Dit multimediaverhaal gebruikt video- en audioclips. Ga na of uw luidsprekers ingeschakeld zijn.

Gebruik het muiswiel of de pijltoetsen op uw toetsenbord om tussen pagina’s te navigeren.

Vegen om tussen pagina‘s te navigeren

Hier gaan we
TOPSTUK MESSIAEN
Ontdek de geschiedenis en geheimen van dit topstuk

TOPSTUK MESSIAEN

Logo https://concertgebouw-brugge.pageflow.io/topstuk-messiaen

Ga naar de eerste pagina
Sluiten
Olivier Messiaen (1908-1992) werd geboren op de drempel van de 20e eeuw. In het zog van het modernisme van Debussy en anderen ontwikkelde hij op jonge leeftijd een eigen muzikale taal, verzadigd van geloof, hoop en liefde. Hij doorleefde de ontberingen van een Duits krijgsgevangenenkamp. Na-oorlogs bleef hij een volbloed optimist, die sterk geloofde in de helende kracht van muziek, boven alle andere kunstvormen. Op die kracht van de muziek, en op de dynamiek van de liefde, focust Messiaen in zijn Turangalîla-symfonie. Een groots avondvullend werk in tien delen. Heftig en overdonderend, sterk emotioneel geladen, en met een ondertoon van tederheid.


I agree with being shown YouTube videos. More information
Olivier Messiaen, Turangalîla-symfonie (1948). Orchestre philharmonique de Radio France, Susanna Mälkki, Auditorium de la Maison de la Radio, Parijs, 29 maart 2019.

To opt out of displaying external embeds, manage settings here.

Ga naar de eerste pagina

Deel 1: Messiaen mens en componist

Je luistert naar Amen de la Création uit Olivier Messiaen, Visions de l’Amen (1943). Yvonne Loriod & Olivier Messiaen, 1962.

0:00
/
0:00
Start audio now
Op foto’s en op film komt Messiaen over als een wat stuurse, strenge, afstandelijke man. Zij die hem kenden zeggen dat hij in werkelijkheid een zeer vriendelijke, minzame, positieve en optimistische man was. Hij had twee fundamentele pijlers in zijn bestaan. Enerzijds een rotsvaste geloofsovertuiging, die hij onderstreepte met zijn levenslange dienstbaarheid als organist in een Parijse katholieke kerk. Anderzijds een mateloze bewondering voor de natuur, in het bijzonder voor ‘de muziek van de vogels’. In veel van zijn werken, zeker vanaf de jaren 1950, spelen vogels de hoofdrol. Hij was componist, organist, pianist, leraar, katholiek, krijgsgevangene. En dus ook ornitholoog – vogelkenner.

Ga naar de eerste pagina

Je luistert naar Chiamo il mio ben così uit Christoph Willibald Gluck, Orfeo ed Euridice (1762). Bernarda Fink, Freiburger Barockorchester, René Jacobs, 2001.

0:00
/
0:00
Start audio now
Messiaen was een zuiderling, geboren in Avignon. Beide ouders waren met literatuur bezig. Moeder was dichter, vader vertaalde Shakespeare. Aan het begin van de Eerste Wereldoorlog verhuisde het gezin naar Grenoble. Na een periode in Nantes zou Messiaen de rest van zijn leven in Parijs doorbrengen. Maar naar het zuiden zou hij ook altijd terugkeren. Hij componeerde meestal in zijn huisje in de Dauphiné, met zicht op de bergen en de gletsjers.
Als kind leerde Messiaen zichzelf piano spelen. Hij vroeg als kerstgeschenk de partituur van Glucks Orfeo ed Euridice. De aria in F uit de eerste akte vond hij geweldig. Messiaen ontdekte zijn talent: hij kon een partituur lezen en de muziek in zijn hoofd horen. Zo wist hij nog voor zijn tiende dat hij zijn leven aan de muziek zou wijden.

Ga naar de eerste pagina
Sluiten
Toen het gezin Messiaen in Grenoble woonde, liep de kleine Olivier geregeld de muziekwinkel Deshairs binnen, om er partituren in te kijken. Peer Gynt van Grieg, bijvoorbeeld, met die prachtige melodische lijnen en die volkse atmosfeer. In Messiaens muzikale taal zouden melodieën zelden ontbreken. De liefde voor ‘de melodie’ had hij bij Grieg opgedaan.
Maar het was pas bij het ontdekken van Debussy dat de bal echt aan het rollen ging. De partituur van Pelléas et Mélisande maakte diepe indruk op Messiaen (‘een bom in de handen van een kind’). Hij speelde het op de piano, tot tranen ontroerd.
Dat hij componist zou worden stond inmiddels vast. Aan het conservatorium zei zijn pianoleraar dat hij pianist moest worden. In de orgelklas werd hij tot het beroep van organist aangemoedigd. Maar, zo zei hij, ‘ik ben geen uitvoerder, ik ben componist.’

I agree with being shown YouTube videos. More information
Claude Debussy, Pelléas et Mélisande (1902). Welsh National Opera & Châtelet Théâtre Musical de Paris, Pierre Boulez, 1992.

To opt out of displaying external embeds, manage settings here.

Ga naar de eerste pagina
Katholiek gelovig zijn had Messiaen uitdrukkelijk niet van zijn ouders. Zelf zei hij dat hij ‘gelovig geboren’ was. Hij geloofde dat het onzichtbare echt was, dat ons na de dood het paradijs wacht. Boven alles vond hij het belijden van zijn geloof belangrijk. Hij legde daar ook ruim getuigenis van af, in bijna alles wat hij ooit maakte. Dat kan je meteen zien aan de titels van zijn composities. Hymne au Saint Sacrement, La Nativité du Seigneur, Visions de l’Amen. Een niet-gelovige componist zou wellicht geen vijf uur durende opera Saint François d’Assise schrijven.
Bij hoge uitzondering speelt een ander thema. In de Turangalîla-symfonie gaat het om een meer universele benadering van liefde en dood. Toch zijn ook dat thema’s waarop hij vanuit zijn katholieke geloof een rustgevend antwoord had.

Ga naar de eerste pagina
Sluiten
Voor Messiaen was orgel het instrument bij uitstek om tot het spirituele te komen. De toetsen en pedalen van een orgel beroerend wist Messiaen kleur te geven aan het irrationele, het onzegbare, het mysterieuze, het sublieme.
Als jonge man – hij was 22 in 1931 – werd Messiaen aangesteld als organist van de Église de la Sainte-Trinité in Parijs. Een van zijn voorgangers was Alexandre Guilmant, die zich dertig jaar lang op het Cavaillé-Coll-orgel had kunnen uitleven. Messiaen zou het dubbel zo lang uitzingen: meer dan zestig jaar lang kon je hem er aan het werk horen. Wekelijks speelde hij verschillende diensten.
Vaak improviseerde hij, met voor zich niets dan een openliggend Graduale Romanum. Dat improviseren op gregoriaanse (en andere) thema’s had Messiaen geleerd van Marcel Dupré, een leerling van Guilmant.

I agree with being shown YouTube videos. More information
Documentaire uit 1992 over Olivier Messiaen als organist van de Sainte Trinité.

To opt out of displaying external embeds, manage settings here.

Ga naar de eerste pagina
Sluiten
Het is een beroemd beeld. Olivier Messiaen, baskenmuts op het hoofd en potlood en papier in de hand, staat tussen de bomen naar vogels te luisteren. Hij had een bijzonder talent om vogelgeluiden te noteren. Hij hield ervan om dat in de vrije natuur te doen, ook al stond zijn vrouw Yvonne Loriod wat verderop een opname te maken. Thuisgekomen verwerkte Messiaen zijn notities tot de gestileerde, uitvergrote vogelgeluiden die in zijn werken te horen zijn. ‘Vogels zingen heel hoog en heel snel’, zei hij. ‘We kunnen dat met onze gebrekkige menselijke middelen imiteren. Het zal dan minder hoog en minder snel zijn.’
Vogelzang, dat is Gods meesterwerk, meende hij. ‘Ik noteer de muziek van de vogels sinds mijn veertiende. Hun ritme, variatie, timbre, structuur. Ik luister naar de dichtstbijzijnde vogel, en ik noteer dat. Zo eenvoudig is het.’

I agree with being shown YouTube videos. More information
L’alouette lulu uit Olivier Messiaen, Catalogue d’oiseaux (1958). Daan Vandewalle, 2021

To opt out of displaying external embeds, manage settings here.

Ga naar de eerste pagina
Sluiten
Zoals voor vrijwel al zijn tijdgenoten betekende het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog ook voor Messiaen een grote breuk in zijn leven. Hij nam dienst in het leger, werkte een tijdje als medische hulp, en werd in 1940 door de Duitsers gevangengenomen. Hij werd naar het kamp Görlitz gebracht, de ‘Stalag VIII-A’, waar hij een achttal maanden verbleef. ‘We aten bijna niets’, zei hij later. De gevangenen kregen geen vast voedsel. ’s Morgens en ’s avonds een zwart vocht dat voor koffie moest doorgaan, en ’s middags soep: warm water met geel poeder erin.
Dankzij een behulpzame kampcommandant kreeg Messiaen muziekpapier in handen, en kon hij componeren. Met collega’s muzikanten in het kamp (een cellist, een klarinettist, een violist), aangevuld met zichzelf aan een schamele piano, voerde hij zijn Quatuor pour la fin du temps uit.

I agree with being shown YouTube videos. More information
Olivier Messiaen, Quatuor pour la fin du temps (1941). Het collectief, live in Amsterdam, Muziekgebouw aan ’t IJ, 21 februari 2019.

To opt out of displaying external embeds, manage settings here.

Ga naar de eerste pagina

Je luistert naar Je dors, mais mon cœur veille uit Olivier Messiaen, Vingt regards sur l’Enfant Jésus (1944). Yvonne Loriod, 1975.

0:00
/
0:00
Start audio now
Leerlingen van Messiaen getuigden later over hoe Messiaen lesgaf. De allereerste les die de toen zeventienjarige Yvonne Loriod meemaakte op het Parijse conservatorium begon met Messiaen die bijna zonder begroeting aan de piano ging zitten, een kleine orkestpartituur van Debussy’s Prelude à l’après-midi d’un faune opende, en het hele stuk speelde.
Velen voelden zich tot de meester aangetrokken. Ook bijvoorbeeld de Britse componist George Benjamin. Die vertelt hoe hij als tiener elke maand een paar dagen naar Parijs trok, om er bij Messiaen thuis les te volgen – in het Frans, want Messiaen sprak geen woord Engels. Op lessen van Messiaen stond geen maat: ze duurden makkelijk vier uur, en dat drie dagen na mekaar.
Veel van de avant-garde componisten van de 20e eeuw – zoals Boulez, Xenakis, Stockhausen – zijn langs Messiaen gepasseerd.

Ga naar de eerste pagina
Sluiten
Naast de opera over Franciscus, bundels liederen en een paar koorwerken, toont de werkenlijst van Messiaen drie zwaartepunten. Drie lijsten met werken voor orgel, orkest of piano. De titels geven iets weg over waar Messiaen voor stond. We zagen eerder al dat veel titels ‘katholiek’ zijn. Maar ook zijn liefde voor de natuur spreekt uit de werkenlijst: Réveil des oiseaux, Oiseaux exotiques, Catalogue d’oiseaux.
Hij eert ook zijn leermeesters, zoals Debussy met een onuitgegeven Esquisse modale (het woordje ‘modaal’ is de knipoog naar Debussy) en meer letterlijk Paul Dukas, een van zijn leraars aan het Parijse conservatorium, met Pièce pour le tombeau de Paul Dukas.
Ten slotte zien we ook dat Messiaen een wereldburger is – hij maakte soms verre reizen naar exotische plaatsen. Daar getuigen titels van als Cantéyodjâja, Harawi of Turangalîla.

I agree with being shown YouTube videos. More information
Doundou Tchil uit Olivier Messiaen, Harawi (1945). Fleur Barron & Kunal Lahiry, 2020.

To opt out of displaying external embeds, manage settings here.

Ga naar de eerste pagina
Sluiten
Met de liedbundel Harawi (1945) begon Messiaen aan een trilogie over liefde en dood. De andere werken in die trilogie zijn de Turangalîla-symfonie (1946-1948) en het koorwerk Cinq rechants (1948). Ze hebben losjes een thema gemeen: het verhaal over de fatale liefde tussen Tristan, de middeleeuwse ridder, en Isolde, door Tristan naar Cornwall gebracht om er koningin te worden.
Messiaen bevond zich in deze na-oorlogse periode in een emotioneel moeilijke situatie. Bij een operatie had zijn vrouw Claire Delbos (‘Mi’) hersenletsel opgelopen, met geheugenverlies tot gevolg. Ze werd opgenomen in een instelling, waar ze in 1959 overleed. Intussen was ook die fantastische pianiste Yvonne Loriod in Messiaens leven gekomen. Aanvankelijk was de wederzijdse aantrekkingskracht van muzikale aard, maar het werd snel duidelijk dat er meer aan de hand was. Loriod werd in 1961 Messiaens tweede echtgenote.

I agree with being shown YouTube videos. More information
Olivier Messiaen, Cinq rechants (1948). The Norwegian Soloists’ Choir, 2022.

To opt out of displaying external embeds, manage settings here.

Ga naar de eerste pagina

Je luistert naar Et Dieu essuiera toute larme de leurs yeux… uit Olivier Messiaen, Éclairs sur l’Au-Delà… (1992). Orchestre de l’Opéra Bastille, Myung-Whun Chung, 1994.

0:00
/
0:00
Start audio now
Olivier Messiaen bereikte nog tijdens zijn leven een status zoals voor hem Igor Stravinsky bereikt had. Ook Messiaen was een monument van de 20e-eeuwse muziek geworden, die een taal hanteerde als geen ander. Die taal had hij in 1944 al uitvoerig gedocumenteerd in zijn Technique de mon langage musical.
Hem met Stravinsky vergelijken gaat verder dan de status alleen. Messiaen keek met bewondering naar Stravinsky’s Le sacre du printemps. Naast Debussy’s Pelléas et Mélisande was Le sacre het werk dat hij het vaakst en het uitvoerigst analyseerde. Het was ook vaste leerstof voor zijn studenten.
Messiaen stierf in het Beaujon-ziekenhuis in Clichy. Twee dagen later schreef The Washington Post over zijn orgelspel: ‘he shocked parishioners with his often violently emotional playing.’ En over zijn muziek klonk het dat die ‘influential, sometimes perplexing’ was.

Ga naar de eerste pagina

Deel 2: Messiaen in zijn tijd

Als je mensen wreed wil behandelen, hoe zou je dat dan doen – vroeg dichter Herman de Coninck zich ooit af. Eenvoudig: hen in de 20e eeuw plaatsen, en hen daar laten. Die ietwat cynische blik op de 20e eeuw heeft uiteraard veel te maken met de twee wereldoorlogen.
Messiaen heeft beide van dichtbij meegemaakt. Eerst als jongen, toen hij zijn soldaat-geworden vader langdurig moest missen, later toen hij als dertiger in een krijgsgevangenenkamp terechtkwam.
Toch leefde Messiaen graag en goed, in die 20e eeuw. Hij voelde zich door Frankrijk en door de Franse natuur gestimuleerd. Hij woonde in Parijs, waar veel kunstenaars leefden – al had hij die voor zijn eigen kunst niet nodig. Hij gaf graag en veel les en oefende zo een belangrijke invloed uit op de toekomst van de muziek.

Ga naar de eerste pagina

Je luistert naar Paul Dukas, L’apprenti sorcier (1897). New York Philharmonic Orchestra, Leonard Bernstein, 1967.

0:00
/
0:00
Start audio now
Messiaen werd in 1908 geboren – bij wijze van spreken nog in de 19e eeuw. We hebben het over ‘de lange 19e eeuw’: de door relatieve stabiliteit en gebrek aan duidelijke cesuren bestendigde 19e eeuw. Dat gaat zeker op voor Messiaens katholieke kerk, want na de ontreddering rond de Franse Revolutie was de kerk als een feniks opgestaan, sterker dan ooit, zwaarwegend op de samenleving, zeker in Frankrijk.
Messiaens leraars waren 19e-eeuwers: Charle-Marie Widor (1844), Maurice Emmanuel (1862), Paul Dukas (1865). Toch waren het precies deze mannen – samen met hun tijdgenoot Claude Debussy (1862) – die de zaadjes voor Messiaens moderniteit plantten: Debussy met zijn gebruik van uitdrukkelijk andere toonaarden dan die van pakweg Wagner; Emmanuel met zijn interesse in oosterse muziek en volksmuziek.
Trivia: 1908 was ook het geboortejaar van Simone de Beauvoir, Bette Davis, Herbert von Karajan, Jacques Tati en Jimmy Stewart.

Ga naar de eerste pagina

Je luistert naar Olivier Messiaen, La fauvette des jardins (1970). Yvonne Loriod, 1971.

0:00
/
0:00
Start audio now
Messiaen heeft in zijn leven veel gereisd. Hij ging daar letterlijk erg ver in. In de Franciscus-opera wilde Messiaen elk personage koppelen aan een specifieke vogel. Voor één van die personages moest en zou dat de vanuatu-mangrovezanger zijn, uit de familie van de Australische zangers, alleen te vinden op Nieuw-Caledonië. Gebruikmaken van een opname voldeed niet: Messiaen reisde naar de andere kant van de wereld om de muziek van die vogel in zijn natuurlijke habitat te noteren.
Maar Messiaen was ook een echte Fransman, voor wie terugkeren naar Frankrijk altijd thuiskomen was. Zijn geliefde streek was de Dauphiné, zoals bijvoorbeeld blijkt uit het pianowerk La fauvette des jardins (‘een dag nabij de Grand lac de Laffrey, aan de voet van de Grand Serre’), of uit zijn Livre d’orgue (deels gecomponeerd met zicht op de Meije- en Tabuchet-gletsjers).

Ga naar de eerste pagina
Sluiten
Al eeuwen is Parijs een stimulerende stad, die een enorme hoeveelheid kunstenaars aantrekt. Messiaen woonde met Yvonne Loriod in een appartement in het centrum van de stad. Het gebouw was oorspronkelijk een groot huis vol kleine studio’s. Van zodra een bewoner een van die studio’s verliet, kocht het echtpaar Messiaen die op, waardoor ze op termijn over een grote woning konden beschikken. Er stonden acht piano’s in acht verschillende kamers (sic). Om de buren niet te storen werd overal vijftien centimeter isolatie aangebracht.
Messiaen hield niet zo van de stad. Parijs stond te veel synoniem met werken. Hij kwam er om les te geven en om orgel te spelen. Componeren deed hij liever in het huisje in de Dauphiné. En voor Messiaen had Parijs nog een ander probleem: er waren te weinig vogels te horen.

I agree with being shown YouTube videos. More information
Olivier Messiaen, Le merle noir (1951). Duo Palladium, 2016.

To opt out of displaying external embeds, manage settings here.

Ga naar de eerste pagina

Je luistert naar Le Sourire (Cécile Sauvage) uit Olivier Messiaen, Trois Mélodies (1930). Sylvia McNair en Roger Vignoles, 1997.

0:00
/
0:00
Start audio now
Van huis uit kreeg Messiaen een liefde voor literatuur mee, voor poëzie. Zijn moeder was de dichter Cécile Sauvage. Haar bundel L’Âme en bourgeon (‘De ontluikende ziel’) maakte diepe indruk op de jonge Messiaen. In de bundel – die ze schreef tijdens haar zwangerschap van haar eerste kind – voorspelde ze dat het een jongen zou zijn, en dat hij een kunstenaar zou worden. Ze stierf toen Olivier achttien was.
Messiaens vader had alles van Shakespeare in het Frans vertaald. De jonge Olivier – ‘een dromerig kind’ – speelde alles van Shakespeare na voor een éénkoppig publiek: zijn broer Alain.
Hoewel Messiaen dus in literatuur en poëzie geïnteresseerd was, en in een stad woonde waar het van literatoren krioelde, heeft hij bijna nooit werk van anderen (dan zichzelf) gebruikt als teksten voor zijn muziek.

Ga naar de eerste pagina
Sluiten
Parijs was de stad waar veel collega-musici van Messiaen verbleven. Alleen al de lijst van zij die er stierven, is lang en indrukwekkend, met namen als Claude Debussy (1862-1918), Eric Satie (1866-1925), Maurice Ravel (1875-1937), Arthur Honegger (1892-1955), Germaine Tailleferre (1892-1983) en Francis Poulenc (1899-1963).
Messiaen voelde een verbondenheid met de plek waar, enkele jaren na zijn geboorte, Le sacre du printemps van Stravinsky in première was gegaan. Maar afgezien van zijn bewondering voor Debussy en Stravinsky was Messiaen niet de persoon om zich veel door het werk van anderen te laten beïnvloeden. Het dichtste dat hij ooit bij een zekere groepsvorming kwam, was toen hij mee ‘La Jeune France’ stichtte, samen met onder meer zijn goede vriend André Jolivet (1905-1974). Zwaarwegend werd die groep niet, en Messiaen ging na de oorlog zijn eigen weg.

I agree with being shown YouTube videos. More information
Stravinsky and Messiaen: A Pre-Concert Talk with Peter Hill, 2012.

To opt out of displaying external embeds, manage settings here.

Ga naar de eerste pagina

Je luistert naar Amour oiseau d’étoile uit Olivier Messiaen, Harawi (1945). Dawn Upshaw & Gilbert Kalish (2004).

0:00
/
0:00
Start audio now
Parijs barstte niet alleen van schrijvers en musici, er werkten ook veel beeldende kunstenaars. Weeral lange lijsten, met namen als Matisse, Picasso, Braque, Chagall, Modigliani. Toch had Messiaen met deze wereld een relatief dunne connectie. Met Pierre Soulages (1919-2022) heeft Messiaen wel wat gemeen, onder meer vanwege Soulages’ werk met glas-in-loodramen.
Messiaen was een synesthesist: bij akkoorden zag hij heel specifieke kleuren. Veel van zijn muziek is ontstaan door een bewuste opeenstapeling van die waargenomen kleuren. Misschien net daarom was Messiaen een groot bewonderaar van glas-in-loodramen. Zo schreef hij erover:
‘Glas-in-lood is een van de wonderbaarlijkste scheppingen van de mens. Het overweldigt je. En ik denk dat dit het begin van het paradijs is, want in het paradijs worden we overweldigd. We zullen God nooit begrijpen, maar we kunnen Hem wel een klein beetje beginnen zien.’

Ga naar de eerste pagina

Je luistert naar Olivier Messiaen, Chant des déportés (1945). BBC Symphony Chorus, BBC Symphony Orchestra, Andrew Davis, 1999.

0:00
/
0:00
Start audio now
Hoe oorlogen invloed hebben op kunst. Vanaf het einde van de 19e eeuw zochten veel Franse componisten naar een andere muzikale taal – anders dan de hoogromantische taal van Wagner en de zijnen. Dat had ongetwijfeld met anti-Duitse gevoelens te maken, ontstaan naar aanleiding van de Frans-Pruisische Oorlog (1870-1871).
Messiaens eerste ‘modus’ binnen zijn compositie-systeem was een heletoonstoonladder à la Debussy. Daarom kan je zeggen dat zelfs de muziek van een 20e-eeuwer als Messiaen beïnvloed is door de Frans-Pruisische Oorlog.
Maar de grootste invloed van oorlog op het werk van Messiaen hebben we eerder al genoemd: het componeren van Quatuor pour la fin du temps in het krijgsgevangenkamp van Görlitz. Na zijn vrijlating in 1941 zouden nog een aantal andere werken volgen die een stempel van oorlog dragen, zoals het Chant des déportés (1945).

Ga naar de eerste pagina

Je luistert naar Edgard Varèse, Poème électronique (1958).

0:00
/
0:00
Start audio now
Na de Tweede Wereldoorlog volgden decennia van optimisme. In 1946 werd in het Duitse Darmstadt de Internationale Ferienkurse für Neue Musik opgezet, een jaarlijks (later tweejaarlijks) evenement dat met de neus dicht op de tendensen in de nieuwe muziek ging staan. Ook Messiaen is er vaak geweest, en hij kon er met grondige analyses van eigen werk nieuwe generaties van componisten stimuleren.
Een van de opvallendste tekenen van het geloof in vooruitgang en innovatie was het Philips-paviljoen op de Wereldtentoonstelling van 1958 in Brussel. Het was een assistent van Le Corbusier die het paviljoen ontwierp: het dubbeltalent Iannis Xenakis. Deze Griekse architect had als componist les gevolgd bij Messiaen. Voor het paviljoen maakte Edgard Varèse een Poème electronique. Zoals de naam het zegt: elektronische muziek op band, die via honderden luidsprekers werd afgespeeld.

Ga naar de eerste pagina

Je luistert naar Instrumental Trio uit Karlheinz Stockhausen, Kurzwellen (1968). C.L.S.I. Ensemble, 2018.

0:00
/
0:00
Start audio now
Olivier Messiaen is met zijn zoeken naar nieuwe geluidswerelden een wegbereider geweest voor na-oorlogse tendensen zoals de musique concrète (gebruikmakend van ‘echte’, concrete geluiden) en de elektronische muziek. Onder meer in Messiaens orgelwerken horen we die wegbereiding: willen ontsnappen aan muzikale conventies, weg van de klassieke klankkleur van stemmen en instrumenten, op zoek naar nooit eerder gehoorde geluiden. De luisteraar wordt van vertrouwde patronen weggeleid, in de richting van het ongekende en onkenbare.
In die zin is Karlheinz Stockhausen (1928-2007) een leerling van Messiaen – wat een tijdlang letterlijk zo was. Stockhausen was overigens onder de indruk van Messiaens Mode de valeurs et d’intensités, het tweede deel uit de Quatre Études de rythme. Het zou Stockhausen tijdelijk tot ‘seriële muziek’ brengen: muziek waarin ieder onderdeeltje een plaats krijgt op basis van vooraf vastgelegde parameters.

Ga naar de eerste pagina

Deel 3: De Turangalîla-symfonie

Sluiten
De Turangalîla-symfonie van Olivier Messiaen is een hoogtepunt in het 20e-eeuwse orkestrepertoire. Bij de eerste uitvoeringen in 1949 was niet iedereen daarvan overtuigd. Een medewerker van de Boston Symphony Hall, waar het werk op vrijdag 2 december in première was gegaan, wond er geen doekjes om: ‘ik geef geen verdomde cent om dit werk.’ Bij een Britse uitvoering in 1954 oordeelde de criticus van dienst: ‘Als het publiek vandaag Messiaen kan verdragen, dan zal het wellicht alles kunnen verdragen.’
Turangalîla is zeker geen makkelijk werk. De recensent van zo-even noemde het ‘vreselijk repetitief, met ‘ modernismen’ die nog naïever en puberaler zijn dan die van gisteren.’
Maar, om Herman de Coninck nog eens te citeren: ‘Wat geen moeite kost, is het vaak ook niet waard.’ Exploreren we even de artistieke kosmos van Turangalîla?

I agree with being shown YouTube videos. More information
Olivier Messiaen, Turangalîla-symfonie. Frankfurt hr-Sinfonie-orchester, Paavo Järvi, 2013.

To opt out of displaying external embeds, manage settings here.

Ga naar de eerste pagina

Je luistert naar Introduction uit Olivier Messiaen, Turangalîla-symfonie (1948). Orchestre de l’Opéra Bastille, Myung-Whun Chung, 1994.

0:00
/
0:00
Start audio now
Turangalîla is een samentrekking van twee woorden uit het Sanskriet. Turanga staat voor het verloop van de tijd. Messiaen noemde het een ‘galopperend paard’. Lila staat voor spel, voor de schepping, leven en dood, de liefde. Samengetrokken wordt Turangalîla dus, in de woorden van Messiaen, ‘een liefdeslied, een hymne aan de vreugde, aan tijd, beweging, rimte, leven en dood.’
Messiaen gebruikt drie herkenbare motieven. Er is eerst een assertief motief, voluit gespeeld door een groep kopers. Messiaen associeerde het met de oude ruïnes in Mexico, waar op brutale wijze mensen werden geofferd. Ten tweede, en daartegenover, staat een ‘bloementhema’, geïntroduceerd door twee klarinetten. Hier verwijst Messiaen naar ‘de tedere orchidee, de rode gladiool’. Een derde thema is het liefdesthema, vol openheid en vreugde. Het lijkt wel een Gershwin-deuntje.

Ga naar de eerste pagina

Je luistert naar Chant d’amour I uit Olivier Messiaen, Turangalîla-symfonie (1948). Orchestre de l’Opéra Bastille, Myung-Whun Chung, 1994.

0:00
/
0:00
Start audio now
Messiaen had voor Turangalîla grote vrijheid gekregen. Opdrachtgever Serge Koussevitzky (zie verder) schreef letterlijk: ‘Kies zoveel instrumenten als je wil, maak het zo lang je wil, in de stijl die je wil.’ Het werd, om eerste dirigent Bernstein te citeren, ‘een monster’. Groots opgezet, met een grote groep strijkers en alle denkbare hout- en koperblazers. Daarbij nog een grote batterij percussie, en verder celesta, het elektronische instrument ‘ondes Martenot’, en piano.
De rol van de piano is in Turangalîla soms zo dominant, dat Messiaen neigde het een pianoconcerto te noemen. Maar het bleef bij ‘symfonie’.
In het gebruik van muzikale motieven toonde Messiaen nog een zekere maat, maar het Europese idioom werd rijkelijk aangevuld met raga-elementen uit de Indiase muziek, gamelan-sferen uit de Indonesische muziek, en uiteraard de onvermijdelijke en alomtegenwoordige vogelgeluiden.

Ga naar de eerste pagina
Sluiten
In Turangalîla was een speciale rol weggelegd voor Yvonne Loriod aan de piano. Al sinds enige jaren had Messiaen duidelijk haar pianistieke talent in het hoofd als hij pianomuziek schreef. Loriod had een fenomenale techniek en een uitstekend geheugen. Hij beschreef haar als ‘een unieke, sublieme, briljante pianist, wier bestaan niet alleen mijn schrijfstijl voor piano beïnvloedde, maar ook mijn gedachtengangen en mijn visie op de wereld veranderde.’
Yvonne had een zus, Jeanne, die in verschillende uitvoeringen van de Turangalîla de ondes Martenot bespeelde. De Loriods hadden overigens nog een leukigheidje aan de hand met hun naam. Schrijf je ‘loriot’, dus met een t, dan heb je het over de wielewaal, een van de favoriete vogels van Messiaen. Meteen ook de titel van het tweede deel in de pianobundel Catalogue d’oiseaux.

I agree with being shown YouTube videos. More information
Grands Entretiens de l’INA. Yvonne Loriod-Messiaen, 2002.

To opt out of displaying external embeds, manage settings here.

Ga naar de eerste pagina

Je luistert naar Chant d’amour II uit Olivier Messiaen, Turangalîla-symfonie (1948). Orchestre de l’Opéra Bastille, Myung-Whun Chung, 1994.

0:00
/
0:00
Start audio now
Er zijn tien delen in de Turangalîla-symfonie. Hoewel de hele symfonie een ‘liefdeslied’ kan worden genoemd, zijn er twee delen (het tweede en het vierde) die expliciet die naam dragen: Chant d’amour. Messiaen drukt hier naar eigen zeggen twee sterk contrasterende aspecten van de liefde uit: ‘de passionele lichamelijke liefde, en de tedere, geïdealiseerde liefde.’
In het tweede deel is het contrast dan ook groot tussen de heftige, losbandige, bijna wilde fragmenten enerzijds en de tedere, liefdevolle, ja romantische fragmenten anderzijds.
Het vierde deel gaat onder dezelfde titel Chant d’amour, maar is toch fundamenteel anders opgezet. Dit is eigenlijk een scherzo, een onderdeel van de meer klassieke vierdelige symfonie die Messiaen aanvankelijk voor ogen had. Het ‘bloemen’-thema is uitdrukkelijk aanwezig – het is een fris en vreugdevol, vrolijk werk.

Ga naar de eerste pagina

Je luistert naar Joie du sang des étoiles uit Olivier Messiaen, Turangalîla-symfonie (1948). Orchestre de l’Opéra Bastille, Myung-Whun Chung, 1994.

0:00
/
0:00
Start audio now
In het vijfde deel, Joie du sang des etoiles – onmiddellijk na het tweede Chant d’amour en netjes in het midden van de symfonie – lijkt Messiaen een eerste keer tot een climax te komen. Dit deel is exuberant, bijna bacchanaal. Het is een luide en onstuimige viering van de spirituele én fysieke liefde. Zo zei Messiaen het ook zelf: ‘Dit is de climax van de sensuele hartstocht … Een lange, bezeten vreugdedans.’
Aan concept en uitwerking van Turangalîla heeft Messiaen twee jaar gewerkt. Dit vijfde deel was het laatste dat hij, in 1948, aan het geheel toevoegde. De zelfzekerheid en de overtuiging waarmee hij voor dit onwaarschijnlijk energiek deel gaat, is verbluffend. Ondanks die energie, dat geweld, wordt het nooit pedant of bombastisch. Het steeds terugkerende Gershwin-achtige motief en de grappige Martenot-glissandi blijven je een opgewonden glimlach ontlokken.

Ga naar de eerste pagina

Je luistert naar Jardin du sommeil d’amour uit Olivier Messiaen, Turangalîla-symfonie (1948). Orchestre de l’Opéra Bastille, Myung-Whun Chung, 1994.

0:00
/
0:00
Start audio now
Na de heftigheid van het vijfde deel zijn de geliefden in slaap gevallen: Jardin du sommeil d’amour. Deze dromerige muziek is van een onaardse schoonheid. Alles is kalm en vredevol, iedereen is tevreden en bevredigd. Er is niet eens veel verbeelding voor nodig om in dit deel een echo te zien van Wagners nachtelijke liefdesscène in de tweede akte van Tristan und Isolde. Messiaen had levenslang een fascinatie voor die opera. Ook reminscenties aan Debussy’s Pelléas et Mélisande en zelfs Ravels Daphnis et Chloé liggen voor de hand.
In Messiaens oorspronkelijke plan – dat van de vierdelige symfonie – zou dit het trage deel zijn geweest. Het eerste deel van de Turangalîla was in die optiek de introductie, het tweede deel een scherzo/trio, en het laatste deel de grote finale, inclusief extatisch slot.

Ga naar de eerste pagina

Je luistert naar Turangalîla II uit Olivier Messiaen, Turangalîla-symfonie (1948). Orchestre de l’Opéra Bastille, Myung-Whun Chung, 1994.

0:00
/
0:00
Start audio now
Messiaen wou dus eerst een klassieke symfonie schrijven. Debussy zou bij die gedachte gefronst hebben. Van symfonieën hield Debussy niet – bij de symfonieën van Beethoven had hij zware bedenkingen.
Misschien voelde Messiaen de adem van Debussy in zijn nek, of werd hij door Koussevitzky’s carte blanche tot meer gestimuleerd. Aan de vier oorspronkelijke delen voegde hij er zes toe. Drie daarvan staan onder de noemer Turangalîla.
Turangalîla I (deel 3 van de symfonie) voelt nostalgisch, en de ritmiek doet aan een gamelan-orkest denken. In Turangalîla II (deel 7) lijken de geliefden, die daarnet nog zo vredig sliepen, wakker te schrikken. Er hangt de sfeer van een nachtmerrie – Messiaen vertelde hierover zich te hebben laten inspireren door Edgar Allen Poe’s The Pit and the Pendulum. Deel 9, Turangalîla III, is een charmant, vrij traditioneel opgebouwd ‘variaties op een thema’.

Ga naar de eerste pagina

Je luistert naar Développement de l’amour uit Olivier Messiaen, Turangalîla-symfonie (1948). Orchestre de l’Opéra Bastille, Myung-Whun Chung, 1994.

0:00
/
0:00
Start audio now
Het woord développement (‘ontwikkeling’) krijgt bij Messiaen een wat merkwaardige bijklank. Als componist deed hij namelijk niet aan ontwikkeling. Het is niet zo dat je Messiaen live aan motieven, thema’s of melodieën, aan texturen of ritmische patronen hoort knutselen. Alles staat er meteen, er komt vrijwel nooit ontwikkeling aan te pas.
Het woord développement in de titel van deel 8 verwijst vooral naar het feit dat in dit deel de drie grote motieven uitdrukkelijk samenkomen en over elkaar heen gaan liggen. In minder muzikale zin verwijst het woord ook naar de verdere ontwikkeling van de liefde. Onlosmakelijk verbonden met de vreugde en het verbond van de liefde is ook de dreiging van een breuk, van donkerte. Messiaen lijkt bijna te willen zeggen dat geen enkel liefdesverhaal écht een gelukkig einde kent …

Ga naar de eerste pagina
Sluiten
De ondes Martenot is een elektronisch instrument, uitgevonden door Maurice Martenot in 1928. Hij was cellist, maar had ook bij de radio gewerkt. In zijn instrument kwamen die twee aspecten samen. Van de radiokant de vele variaties op sinusgolven. Van de cellokant de zingende kwaliteit van het instrument, de mogelijkheid tot het laten vibreren van een toon, en het kunnen glijden van de ene noot naar een andere noot.
De ondes Martenot is een melodisch instrument. Je kan er niet meer dan één noot tegelijk op spelen. De toonhoogtes worden met de rechterhand bepaald, terwijl de linkerhand aanslag en dynamiek kan regelen. Je kan met de rechterhand ook een soort lint bedienen dat voor de toetsen gespannen is. Dat geeft het typische, melancholische zweven, waar Messiaen in Turangalîla zo dankbaar gebruik van heeft gemaakt.

I agree with being shown YouTube videos. More information
Les ondes Martenot – Mode d’emploi par Nathalie Forget. La Philharmonie de Paris, 2022.

To opt out of displaying external embeds, manage settings here.

Ga naar de eerste pagina
Sluiten
Het was Serge Koussevitzky die Messiaen de opdracht gaf een werk te maken voor de ‘Boston Symphony’. Koussevitzky was sinds 1924 dirigent van dat orkest. Hij bleek een neus voor talent te hebben, want aan hem danken we onder meer de orkestratie van Mussorgski’s Schilderijententoonstelling door Ravel, het pianoconcerto van Ravel, Schoenbergs A Survivor from Warsaw.
In 1945 had Koussevitzky aan Messiaen een brief geschreven met de opdracht. Het duurde zes weken voor de brief in handen van Messiaen kwam, en ook het antwoord geraakte niet snel terug in Boston. Maar het was wel een volmondig ja van de kant van Messiaen, die voor de opdracht ‘one thousand dollars’ zou ontvangen.
Koussevitzky begreep na het zien van de partituur dat niet iedereen even enthousiast zou zijn over Messiaens werk. Zijn advies: ‘Have patience and listen.’

I agree with being shown YouTube videos. More information
The Boston Première of Turangalîla-Symphonie. Philharmonia Orchestra, 2008.

To opt out of displaying external embeds, manage settings here.

Ga naar de eerste pagina
Omlaag schuiven om verder te gaan Swipe to continue
Vegen om verder te gaan