Opmerking

Dit multimediaverhaal gebruikt video- en audioclips. Ga na of uw luidsprekers ingeschakeld zijn.

Gebruik het muiswiel of de pijltoetsen op uw toetsenbord om tussen pagina’s te navigeren.

Vegen om tussen pagina‘s te navigeren

Hier gaan we
Topstuk Rameau Pigmalion
Ontdek het verhaal achter Rameaus Pigmalion

Topstuk Rameau Pigmalion

Logo https://concertgebouw-brugge.pageflow.io/topstuk-rameau-pigmalion-40253

Inleiding

Ga naar de eerste pagina

Je luistert naar Jean-Philippe Rameau, Pigmalion, Ouverture, Les Arts Florissants, William Christie, 1992.

0:00
/
0:00
Start audio now
Pigmalion is een acte de ballet van Jean-Philippe Rameau (1683-1764). De acte de ballet was als genre populair tijdens de productiefste jaren van Rameaus lange leven. Het gaat om een eenakter met opera-allures, en met veel aandacht voor dans. Het verhaal gaat terug op een van de Metamorfoses van de Romeinse dichter Ovidius. In vijf scènes – waarvan twee in monoloog, twee in dialoog en één zonder tekst – wordt het verhaal verteld van de beeldhouwer die verliefd wordt op zijn eigen creatie. Wie was Rameau? Wat weten we over zijn leven? Wat kunnen we zeggen over zijn composities, over zijn theoretische werken? Hoe zag de culturele context eruit in de eerste helft van de 18e eeuw? En wat doet ons zeggen: ‘Pigmalion is het werk van een meester'?

Ga naar de eerste pagina

Hoofdstuk 1

Sluiten
Veertig jaar lang bleef Rameau relatief anoniem. Hij groeide op in Dijon en trok naar andere Franse steden. Maar als je het wil maken in Frankrijk, ga dan naar Parijs. Met twee donderslagen stond hij plots in de schijnwerpers. Eerst een monument van een muziektheoretisch werk (1722), en elf jaar later een monument van een opera (Hippolyte et Aricie, 1733). Wat weten we over deze Jean-Philippe Rameau? Wat betekende zijn theoretisch werk voor de muziekwereld? Op welke manier was zijn klaviermuziek innovatief? Schreef hij ook kerkmuziek? En is hij terecht vooral bekend als componist van opera’s?
I agree with being shown YouTube videos. More information
Jean-Philippe Rameau, Les Indes galantes, Bayerische Staatsoper (2016).

To opt out of displaying external embeds, manage settings here.

Ga naar de eerste pagina
Sluiten
Rameau werd geboren in Dijon in 1683, ongeveer anderhalf jaar voor Johann Sebastian Bach. De kleine Jean-Philippe groeide op in een muzikaal milieu. Vader Jean Rameau was organist in verschillende kerken in Dijon. Waarschijnlijk onderwees hij zijn zoon in muziek en orgelspel. Mogelijk heeft ook moeder Claudine de Martinécourt aan die muzikale opvoeding bijgedragen. Jean en Claudine kregen elf kinderen, van wie naast Jean-Philippe minstens ook Claude (organist) en Catherine (muzieklerares) professionele musici werden. Rameaus muzikale loopbaan bleef lange tijd in de knop. Over de eerste veertig jaar van zijn leven is weinig bekend. Hij fladderde als organist van de ene positie naar de andere. Naast aanstellingen in Dijon, werkte hij ook in Avignon, Lyon en Clermont-Ferrand. Even was hij ook in Italië, en in Parijs, waar de orgelvirtuoos Louis Marchand het mooie weer maakte.
I agree with being shown YouTube videos. More information
Louis Marchand, Pièces d’Orgues II, Grand Jeu, Silbermann-orgel Wasselonne (1745), Nenad Leonart, 2023.

To opt out of displaying external embeds, manage settings here.

Ga naar de eerste pagina
Sluiten
Rameau zag zichzelf niet louter als organist. Zijn ambities lagen verder. Maar voor iemand die nu de reputatie heeft een van Frankrijks grootste componisten te zijn, is de stilte van de eerste veertig jaar merkwaardig. Toen Rameau dan toch voor het voetlicht kwam was het niet met een compositie, maar met een theoretisch werk (Traité de l’harmonie, 1722). Toch had hij al klaviermuziek gepubliceerd. Met later nog andere uitgaves op dat front leek Rameau op weg naar een reputatie als klaviervirtuoos en theoreticus. Tot hij in 1732 in Parijs – waar hij sinds de uitgave van de Traité woonde – Jephté van Michel pignolet de Montéclair beleefde. Hij was zeer onder de indruk van deze tragédie en musique. Een jaar later maakte Rameau een spectaculaire entree in de operawereld met Hippolyte et Aricie.
I agree with being shown YouTube videos. More information
Jean-Philippe Rameau, Hippolyte et Aricie, Rossignols Amoureux, Lea Desandre, Opéra Comique, Ensemble Pygmalion, Raphaël Pichon, 2020.

To opt out of displaying external embeds, manage settings here.

Ga naar de eerste pagina
Sluiten
1733 was het jaar waarin Rameau furore maakte met Hippolyte et Aricie. Hij was een week voor de première (1 oktober) vijftig geworden. Het werk markeert het begin van een onwaarschijnlijke carrière als operacomponist. In de komende dertig jaar zal Rameau nog een grote hoeveelheid ‘dramatisch werk’ produceren. In een eerste periode (tot 1739) levert hij meesterwerk na meesterwerk af, met onder meer Castor et Pollux en Les Indes galantes. In een tweede periode (tot 1751) wordt hij zo mogelijk nog productiever, met onder meer de komische opera Platée (die hem een positie aan het koninklijk hof oplevert) en Pigmalion. In een derde en laatste periode lijkt Rameaus werkkracht wat af te nemen. Hij componeert een laatste keer een tragédie lyrique, die echter tijdens zijn leven niet meer op de planken komt: Les Boréades.
I agree with being shown YouTube videos. More information
Jean-Philippe Rameau, Les Boréades, Suite samengesteld door Riccardo Minasi, hr-Sinfonieorchester Frankfurt, Riccardo Minasi, 2020.

To opt out of displaying external embeds, manage settings here.

Ga naar de eerste pagina

Je luistert naar Jean-Philippe Rameau, Hippolyte et Aricie, Ritournelle, Ensemble Zaïs, Benoît Babel, 2014.

0:00
/
0:00
Start audio now
 De première van Hippolyte et Aricie in 1733 was de start van een langdurige ruzie tussen de zogenaamde lullistes (ook wel les Anciens, muzikale conservatieven die de ‘Franse’ muziek van Lully als het hoogste goed wilden beschermen) en de ramistes (ook wel les Modernes, fans van de frisse muzikale stijl van Rameau). De ramistes werden soms ook ramoneurs genoemd (‘schoorsteenvegers’), wat wel iets zegt over de heftigheid waarmee de partijen tegenover elkaar stonden. De lullistes vonden dat Rameaus muziek te dominant was tegenover de actie en de woorden. Of zoals een getuige het schreef: ‘Ik haat ze, die nieuwe opera’s. Het is een vreselijk lawaai, je wordt er duizelig van.’ De ruzie zou nog zes jaar aanhouden, met hoogtepunt bij de première van Dardanus in 1739. Later kwam er nog de Querelle des Bouffons, een vergelijkbare polemiek.

Ga naar de eerste pagina

Je luistert naar Jean-Philippe Rameau, Le berger fidèle, Récit en Air plaintif, Karine Deshayes, Les Musiciens de Monsieur Croche, 2004.

0:00
/
0:00
Start audio now
 Rameau was eerst organist. Gezien zijn latere productiviteit is het verbijsterend dat hij geen enkele orgelcompositie afleverde. Maar in zijn werkenlijst zijn wel de sporen te vinden van zijn job als kerkmusicus. Erg veel is er niet. Er zijn vier grands motets, waarvan dan nog twee onvolledig. Toen na de dood van Rameau de organisatoren van verschillende herdenkingsdiensten in zijn werkenlijst op zoek gingen naar gepaste religieuze muziek, vonden ze niets geschikts. Ze moesten zich behelpen met het aanpassen van fragmenten uit opera’s, aangevuld met muziek van anderen. Rameau was in Parijs aan het begin van de nieuwe eeuw in contact gekomen met Franse cantates zoals van de Franse André Campra. Tussen zijn eerste en zijn tweede, definitieve verblijf in Parijs schreef Rameau enkele wereldlijke cantates, zoals Orphée en Le berger fidèle.

Ga naar de eerste pagina
Sluiten
 Luister naar Les cyclopes van Rameau. Het komt uit het tweede boek met klavecimbelmuziek, uit 1724. Rameau presenteert daarin twee suites. De eerste suite lijkt nog wat conservatief in opzet, beginnend met een traditionele Allemande. De tweede suite bevat uitsluitend karakterstukken, met titels als La Joyeuse en L’Entretien des Muses. Tegen het eind verschijnt dan Les cyclopes. Je voelt dat Rameau hier zijn virtuoze kunnen wil etaleren. Dat valt nog meer op als je het stuk ziet spelen: Rameau gebruikt de handen als trommelstokken op het klavier. Dat zegt hij zelf in de inleiding: ‘Les mains sont entr’elles le mouvement consecutif des deux baguettes d’un tambour’. Nog trotser is hij op een nieuwigheidje (‘il n’en a point encore paru de la sorte’): de linkerhand die over de rechterhand springt.
I agree with being shown YouTube videos. More information
Jean-Philippe Rameau, Pièces de clavessin, Les Cyclopes, Justin Taylor, 2021

To opt out of displaying external embeds, manage settings here.

Ga naar de eerste pagina

Je luistert naar Jean-Philippe Rameau, Dardanus, Lieux funestes, où tout respire, Cyrille Dubois, Orfeo Orchestra, György Vashegyi, 2021

0:00
/
0:00
Start audio now
 Rameau is beroemd omwille van zijn theoretische geschriften. Zijn klavecimbelmuziek is erg geliefd – niet alleen bij klavecinisten: ook pianisten hebben het vandaag op hun repertoire. Maar zijn naam is toch het meest verbonden met een grote hoeveelheid ‘dramatisch werk’. Die term mogen we vrij letterlijk nemen, want een belangrijk deel van Rameaus aandacht ging naar de tragédie. Er zijn er zeven geteld. Drie van de zeven heeft hij zelf nooit op de planken gezien. Van de vier andere heeft hij Dardanus en Zoroastre later zo grondig bewerkt dat het zowat nieuwe werken werden. Toen Rameau in 1744 de herziene versie van Dardanus publiceerde, stond er dus niet toevallig nouvelle tragédie op de titelpagina. Het zijn intensieve werken, met veel muzikale verbeelding, rijke harmonie en expressieve kracht.

Ga naar de eerste pagina
Sluiten
Waaraan ging Rameaus energie op in de eerste veertig jaar van zijn leven, als je ziet hoe hij vanaf dan pas, en zelfs nog het meest vanaf zijn vijftigste, zo productief werd? Mogelijk maakte hij van zijn tijd aan het orgel gebruik om grondig inzicht te verwerven in ‘de mechaniek van de muzikale toonspraak’. Opvallend is alleszins, dat zijn Traité de l’harmonie (1722) uiterst grondig doordringt tot in het kleinste radertje van de harmonische theorie. Hij bracht orde en helderheid in de principes van de harmonie, dacht daarbij door op concepten als ‘grondnoot’ (son fondamental), ‘drieklank’ en ’septiemakkoord’, vergemakkelijkte het noteren van akkoordopeenvolgingen. Hij wist in latere werken gedetailleerd aan te tonen hoe dissonantie (displacement) en consonantie (repose) de basisdynamiek van de muzikale mechaniek uitmaken.
I agree with being shown YouTube videos. More information
Jean Philippe Rameau – L’incompris magnifique. Documentaire, Olivier Simonnet, 2021.

To opt out of displaying external embeds, manage settings here.

Ga naar de eerste pagina

Je luistert naar Jean-Philippe Rameau, Castor et Pollux, Tristes apprêts, Yves Rechsteiner, orgel, 2010.

0:00
/
0:00
Start audio now
 Rameau beleefde zijn topjaren in het zevende decennium van zijn leven. In 1745 realiseerde hij vier werken voor het toneel. Twee daarvan waren voor het koninklijk hof bestemd. Zo populair werd Rameau, zijn werken werden zo vaak uitgevoerd, dat een regel werd uitgevaardigd: per seizoen mochten niet meer dan twee opera’s van Rameau geprogrammeerd worden. Rameaus persoonlijkheid leren kennen is lastig. Er zijn weinig persoonlijke documenten. Er wordt gezegd dat hij niet zo’n gezellig karakter had. Tijdens het werk aan Les Boréades in 1763 wordt hij ziek. Drie weken later sterft hij. Nog net daarvoor was hij door de koning in de adelstand verheven. Althans, de papieren lagen klaar. Zijn appartement blijkt sober bemeubeld, en er staat één instrument: een klaveimbel in slechte staat. Aan Rameaus liedje is een einde gekomen.

Ga naar de eerste pagina

Hoofdstuk 2

 Rameau is barok. Het woordje ‘barok’ werd ontleend aan de juweliers, die het gebruikten om een onregelmatig gevormde parel mee aan te duiden. Later werd het woordje door sommigen gebruikt om met een zeker dedain terug te kijken op een tijd waarin – volgens die ‘sommigen’ dan – kunst, ook de muziek, grotesk en overladen was. Rameau is Franse barok. Franse barok is anders dan Duitse barok. Wat maakt Rameau zo Frans? Wat was de context in zijn geboortestad Dijon? Hoe ging het eraan toe in Parijs? Door wie werd Rameau ondersteund? Wat is zijn nalatenschap aan de muziekwereld?
Ga naar de eerste pagina

Je luistert naar Jean-Philippe Rameau, Les Fêtes d’Hébé, Revenez, tendre amant, Cyril Costanzo, Les Arts Florissants, William Christie, 2014.

0:00
/
0:00
Start audio now
 Rameaus geboortestad Dijon was lange tijd een van de belangrijkste Franse steden. De Bourgondische hertogen hielden er hof, wat natuurlijk allerhande kunstenaars aantrok. Ook Hendrik Arnaut van Zwolle woonde er in het midden van de 15e eeuw. Van Zwolle was de schrijver van het eerste traktaat over de bouw van onder meer klavecimbels en orgels. Maar toen Frankrijk het hertogdom annexeerde, begon voor Dijon een tijd in de luwte. De herleving kwam er pas tweehonderd jaar later, in de tijd van Lodewijk XIV. Dijon kreeg opnieuw meer economische en culturele relevantie. De familie Rameau droeg aan het begin van de 18e eeuw in niet geringe mate bij aan het muzikale klimaat in Dijon. Zeker drie Rameaus waren organist aan verschillende kerken, en een van die Rameaus stichtte in 1725 de Académie de Musique.

Ga naar de eerste pagina

Je luistert naar Jean-Philippe Rameau, Zoroastre, Ouverture, Les Talens Lyriques, Christophe Rousset, 1997.

0:00
/
0:00
Start audio now
Parijs is beter dan ik dacht’, zingt Herman van Veen. Ook Rameau wist dat het in Parijs beter was. Hij was er als twintiger al geweest, aangetrokken door het meesterschap van organist Louis Marchand. Rameau logeerde tegenover het klooster van de Grands Cordeliers, in de buurt van de kerk waar Marchand organist was. Hij volgde Marchand op als organist aan het Collège Louis-le-Grand. Maar pas vanaf zijn definitief terugkeren naar Parijs in 1722 deed de stad voor hem ook wat hij ervan verwachtte: klappen op vuurpijlen geven. Om het als getalenteerde musicus te maken in Parijs was alles voorhanden. Musici, instellingen, toneelhuizen, operahuizen, mecenassen, instrumentenbouwers, uitgevers … Precies omwille van het contact met zijn uitgever, ten tijde van de Traité de l’harmonie, was Rameau naar Parijs gekomen. Om er vervolgens nooit meer weg te gaan.

Ga naar de eerste pagina
Sluiten
 In Frankrijk ging koninklijke macht gepaard met centralisme op politiek, administratief en cultureel gebied. Alles vertrok en eindigde bij de koning. In dat opbouwen van koninklijke macht speelden kunst en muziek een grote rol. In Parijs en in Versailles kwamen de grootste talenten samen, om het koninklijke hof van dienst te zijn. Dat koninklijk hof was heel groot, want van veel adellijken werd verwacht dat zij ook letterlijk dicht bij de koning woonden. Het verschil met ‘de provincies’ werd steeds groter. Je kan zeggen dat aan het begin van de 18e eeuw, op een moment dat Rameau in verschillende Franse steden als organist fungeert, het algemene muzikale niveau er in verval was. Misschien is dat wel de verklaring waarom Rameau geen noemenswaardige wapenfeiten wist te plegen, zolang hij niet in Parijs was.
I agree with being shown YouTube videos. More information
François Couperin, Secrets de Roy, Mathilde Vialle, Louise Bouedo-Mallet, Thibaut Roussel, Sébastien Daucé, 2021

To opt out of displaying external embeds, manage settings here.

Ga naar de eerste pagina
Sluiten
Dat Rameau zoveel aandacht had voor het genre acte de ballet (en andere dans-gerelateerde vormen) kwam in het Frankrijk van de 18e eeuw uiteraard niet uit de lucht gevallen. In de vorige eeuw had de jonge Lodewijk XIV luit, klavecimbel en gitaar leren spelen, maar zijn interesse ging vooral uit naar de dans. Dat leidde in 1661 tot de oprichting van de Académie Royale de Danse. Ook voor muziek kwam er zo’n Académie, zoals ook voor andere disciplines. De Académie Royale de Musique was erop gericht de muziek van monopolist Lully te promoten. Niet alle dansmuziek was bedoeld om op te dansen. Klaviersuites zoals van Rameau, en natuurlijk ook van Bach, bevatten gestileerde dansen, bedoeld om naar te luisteren. Het is wel mogelijk dat je er niet bij stil kan blijven zitten.
I agree with being shown YouTube videos. More information
Jean-Philippe Rameau, Les sauvages, Grigory Sokolov, 2013

To opt out of displaying external embeds, manage settings here.

Ga naar de eerste pagina

Je luistert naar Jean-Philippe Rameau, La La Poplinière (sic), anonieme transcriptie voor sextet, Les Talens Lyriques, Christophe Rousset, 2003.

0:00
/
0:00
Start audio now
Rameau genoot de bescherming van Alexandre Le Riche de La Pouplinière. Tien jaar jonger dan Rameau, en zo onmetelijk rijk dat hij zijn geld makkelijk aan muziek, kunst en literatuur kon besteden. Met rijkdom komen ook minaressen. Laat nu een daarvan een leerling van Rameau zijn geweest: Thérèse des Hayes. Mogelijk was zij het die Rameau bij haar minnaar – en later echtgenoot – introduceerde. Tussen ongeveer 1733 en 1753 was Rameau kind aan huis bij La Pouplinière, die er een eigen orkest op na hield. Het stadspaleis in de Rue Neuve des Petits-Champs werd op den duur zo sterk met Rameau geassocieerd dat het de bijnaam ‘La citadelle du Ramisme’ kreeg. Zoals de samenwerking begonnen was eindigde ze ook: La Pouplinière nam een nieuwe minnares, die de Rameaus het huis uit bonjourde.

Ga naar de eerste pagina

Je luistert naar André Campra, Tancrède, Prologue: Ouverture, Les Temps Présents, Olivier Schneebeli, 2015.

0:00
/
0:00
Start audio now
Rond 1700 begon zich in de operawereld een nieuw fenomeen af te tekenen. Niet alle opera’s die op het toneel gebracht werden, waren nieuw. Ze werden hernomen, al dan niet herwerkt. Dat gebeurde in Frankrijk in het bijzonder met de opera’s van Lully, hetgeen gezien zijn dominante positie niet zo verwonderlijk is. Maar het gebeurde ook met de opera’s van Rameau. Het zegt ook wel iets over het operabedrijf in het algemeen. Opera was big business geworden, waar investeringen blijvend moesten lonen. Tussen Lully en Rameau mag zeker André Campra niet onvermeld blijven, de belangrijkste onder de post-Lully-componisten. Rameau leerde van Campra enkele harmonische kneepjes. Of hij gebruikte in Zoroastre een dramatisch effect dat Campra hem 37 jaar eerder had voorgedaan in Médée. Campra’s Tancrède werd door Rameau overigens een meesterwerk genoemd.

Ga naar de eerste pagina

Je luistert naar Jean-Philippe Rameau, Le Temple de la Gloire, Muses, filles du ciel, la paix règne en vos fêtes, Judith Van Wanroij, Les Agrémens, Choeur de Chambre de Namur, Guy van Waas, 2015.

0:00
/
0:00
Start audio now
 Rameau werkte samen met verschillende schrijvers. Voor Pigmalion was dat Sylvain Ballot de Sauvot, die zijn tekst niet rechtstreeks op het verhaal van Ovidius baseerde, maar het voor een deel haalde uit een libretto dat Antoine Houdar de Lamotte had gemaakt voor een opéra-ballet van La Barre: Le triomphe des arts. Rameau ging ook een opvallende samenwerking aan met Voltaire. De heren leerden elkaar kennen bij La Pouplinière. Met de mens Rameau liep Voltaire niet hoog op, des te meer met de componist. Voltaire schreef een libretto, en Rameau componeerde er een opera op (Samson). Maar om allerlei redenen kwam het werk nooit ten tonele. Rameau gebruikte delen ervan opnieuw in andere opera’s. Voltaire leverde later nog wel libretti voor enkele balletten, zoals Le Temple de la Gloire.

Ga naar de eerste pagina
Sluiten
Klaviermuziek, muziektheorie en opera. Op alle drie deze terreinen leverde Rameau zijn bijdragen tot de muziekgescheidenis. Hij verhoogde in de klaviermuziek zowel subtiliteit als virtuositeit. Hij zocht naar de ‘natuurlijke principes’ van harmonie en tilde daarmee de muziektheorie op tot wetenschappelijk niveau. In de wereld van de opera, met name die van de tragédie lyrique, keek hij al vooruit naar onder meer Wagner: hij zat dichtbij de ‘oneindige melodie’, gebruikte het orkest niet louter ter begeleiding, voegde grootse koren toe. En er was veel dramatiek en spektakel. We zouden haast – wellicht gelukkig – vergeten dat hij als persoon geen goede reputatie had. Korzelig en humeurig, werd gezegd. Op zijn sterfbed in 1764 vond hij blijkbaar nog genoeg kracht om de priester die hem bijstond terecht te wijzen omdat hij vals zong.  
I agree with being shown YouTube videos. More information
Jean-Philippe Rameau, Platée, L’Air de la Folie, Sandrine Piau, Les Arts Florissants, Paul Agnew, 2020.

To opt out of displaying external embeds, manage settings here.

Ga naar de eerste pagina

Hoofdstuk 3

Op een slank libretto van Sylvain Ballot de Sauvot – een jurist wiens broer Rameaus zakelijke belangen behartigde – en naar een verhaal uit de Metamorfosen van Ovidius, schreef Jean-Philippe Rameau in 1748 een mooi gestroomlijnde acte de ballet voor de Opéra van Parijs: Pigmalion. Wat is dat precies, zo’n acte de ballet? Was dat een populaire dramatische vorm? Hoe verloopt het verhaal? Wie is Pigmalion? Wie is Ovidius? Wat is de structuur van Pigmalion? Wat zijn de frappantste scènes? Hoe zijn de rollen verdeeld? Heeft Rameau met dit werk een stempel gedrukt op zijn tijd? Had het werk enig effect?
Ga naar de eerste pagina

Je luistert naar Jean-Philippe Rameau, Pigmalion (1748), Les Grâces, Apotheosis Orchestra, Korneel Bernolet, 2019.

0:00
/
0:00
Start audio now
Zappen, het is niet alleen voor televisiekijkers. Ook het operapubliek van de 18e eeuw wou snelle afwisseling zien. Meerdere korte eenakters per avond (onder de titel ‘divertissement’ of ‘fragments’), en binnen die eenakters ook een duidelijke plot, snelle dialoog, en vlotte overgang van het ene nummer naar het andere. Er moest ook gedanst worden. Het vroegste voorbeeld van zo’n acte de ballet is Zélindor van Rebel en Francoeur. Die heren waren in 1744 benoemd tot muziekdirecteurs van de Parijse opera. Een jaar later hadden ze een nieuwe vorm van entertainment bedacht. Met Pigmalion in 1748 toonde Rameau zich een early adopter van de nieuwe trend. Zowat de laatste acte de ballet met die naam is Ovide et Julie van Cardonne (1773). Het fenomeen beperkt zich dus tot het derde kwart van 18e eeuw.

Ga naar de eerste pagina

Je luistert naar Jean-Philippe Rameau, Pigmalion (1748), Pygmalion, est-il possible que tu sois insensible, Nicole Fournié, Jean-Paul Fouchécourt, Le Concert Spirituel, Hervé Niquet, 1993.

0:00
/
0:00
Start audio now
De beeldhouwer Pigmalion (een rol voor een haute-contre, het hoogste tenorregister) heeft een standbeeld van een vrouw gemaakt. Ze ziet er fantastisch uit. Bijna terstond wordt hij verliefd op zijn eigen creatie. Voor Céphise, Pigmalions vriendin (sopraan), is dit wel even slikken: ‘Cet objet t’occupe sans cesse, peut-il m’enlever ta tendresse et te faire oublier?’ Dankzij Venus komt het beeld tot leven. Vrijwel terstond verklaart het standbeeld zelf haar liefde aan de beeldhouwer. L’Amour (Cupido, ook sopraan) komt het gelukkige einde voorspellen, en het feest inleiden. Céphise heeft het moeilijk: ‘Puissent les justes Dieux … punir l’égarement de ton barbare coeur.’ Dat is in een notendop het verhaal van Pigmalion. Er is weinig dialoog, en je voelt dat het evenement deels is opgezet om feestelijke dansmuziek te kunnen spelen, om te kunnen dansen.

Ga naar de eerste pagina

Je luistert naar George Frideric Händel, Acis and Galatea, Love in her eyes sits playing (Acis), Ian Bostridge, Orchestra of the Age of Enlightenment, Harry Bicket, 2007.

0:00
/
0:00
Start audio now
Het standbeeld uit het verhaal van Rameaus Pigmalion ondergaat een verandering, een metamorfose. Dat doet aan Ovidius denken. Het gaat inderdaad om een verhaal uit diens Metamorfosen. Publius Ovidius Naso, kortweg Ovidius, was een generatie of twee ouder dan de historische Jezus. We keren dus tweeduizend jaar terug in de tijd, naar een plek midden in het huidige Italië. Daar zet de dichter rond het jaar 1 een punt achter zijn bekendste werk: de Metamorfosen. Het is een epos, vol mythologische verhalen. In twaalfduizend verzen beschrijft Ovidius de lotgevallen van honderden personages. Die hebben bijna allemaal hetzelfde aan de hand: ze veranderen. Voor kunstenaars allerhande is het werk van Ovidius een dankbare bron, een alternatieve bijbel. Bijna niets uit de Metamorfosen is ongeschilderd of onbezongen gebleven.

Ga naar de eerste pagina

Je luistert naar Jean-Philippe Rameau, Pigmalion (1748), Fatal Amour, cruel vainquer, John Elwes, La Petite Bande, Gustav Leonhardt, 1981.

0:00
/
0:00
Start audio now
In het originele verhaal van Ovidius over Pigmalion ligt de nadruk op de verliefdheid van de beeldhouwer voor zijn eigen creatie. Teleurgesteld in het gedrag van echte vrouwen verkiest hij zijn eigen – weliswaar levenloze – vrouwenlichaam te houwen. Als je dat verhaal met hedendaagse ogen leest wordt het best creepy. Hij ‘brandt van hartstocht voor dit namaaklichaam’, hij betast haar, kust haar, vleit haar met verliefde woorden, geeft cadeautjes. In Pigmalion van Rameau gaat het er anders aan toe. Eerst (scène 1) gaan we kort in op de gevoelens van de beeldhouwer (‘Fatal Amour, cruel vainquer’). Daarna (2) is vooral de terecht jaloerse en boze vriendin aan het woord. Na in totaal een tiental minuten wordt het beeld wakker (3). Tijd voor een korte reflectie door L’Amour, waarna er gedanst (4) en gedankt wordt (5).

Ga naar de eerste pagina
Sluiten
In de vierde scène van Pigmalion komt L’Amour de beeldhouwer gelukwensen met zijn doorzettingsvermogen. Voor zijn talent mag hij een beloning verwachten, zegt ze. Er is maar één probleempje: dat mensgeworden beeld moet nog leren dansen! Daarvoor hebben we les aimables Grâces nodig. Zo staat het in de partituur: ‘De Gratiën instrueren het standbeeld en tonen haar de verschillende karakteristieken van de dans.’ De populairste dansen van het moment passeren de revue. Het begint ‘très lent’, en ‘a demi jeu’, maar lang duurt die voorzichtigheid niet. Daar is een Gavotte met Menuet, een Chaconne, een Loure, een Passepied, een Rigaudon, een Sarabande ‘Pour la Statuë’ en een Tambourin. Bij de meeste van deze dansen staat de instructie ‘vif’ toegevoegd, bij de Tambourin zelfs ‘fort vite’: mevrouw het standbeeld is volleerd.
I agree with being shown YouTube videos. More information
Jean-Philippe Rameau, Pigmalion, Scènische uitvoering, Stony Brook Opera & Stony Brook Baroque Players, 2018

To opt out of displaying external embeds, manage settings here.

Ga naar de eerste pagina

Je luistert naar Jean-Philippe Rameau, Pigmalion, D’ou naissent ces accords…, Apotheosis Orchestra, Korneel Bernolet, 2019.

0:00
/
0:00
Start audio now
Ovidius besteedt in zijn vertelling van het Pigmalion-verhaal bijna geen aandacht aan wat er tussen beeldhouwer en beeld gebeurt wanneer het eenmaal vrouw is geworden. Niet zo in Pigmalion van Rameau. In de derde scène, centraal in de acte de ballet, beklaagt Pigmalion zich aanvankelijk over zijn dwaasheid, zijn ‘ijdele tederheid’. Maar dan voelt hij aan dat er iets bijzonders gaat gebeuren. ‘D’ou naissent ces accords? Quels sons harmonieux?’ (‘Waar komen deze akkoorden vandaan? Vanwaar deze harmonieuze klanken?’) En jawel hoor. Na een snelle passage van L’Amour komt het standbeeld tot leven. Er volgt een dialoog waarin de beeldhouwer zijn ongeloof uitdrukt, terwijl het beeld met haar plotse levendigheid leert omgaan. Ze laat niet na meteen haar trouw te zweren. ‘Alles wat ik van mezelf weet’, zegt ze tot Pigmalion, ‘c’est que je vous adore’.

Ga naar de eerste pagina

Je luistert naar Jean-Philippe Rameau, Pigmalion, L’Amour triomphe, Howard Crook, Les Arts Florissants, William Christie, 1992.

0:00
/
0:00
Start audio now
Zo veel liefdesgeluk, het kan niet op. Daar moet op gezongen en gedanst worden. In de slotscène van Pigmalion brengt de beeldhouwer zijn intense vreugde over op het publiek. ‘L’Amour triomphe’, meent hij, ‘Liefde triomfeert.’ We kunnen niet luid genoeg onze lof zingen. Laat de vlammen van je liefde nu maar volop schitteren. Het Pigmalion-libretto is uiterst kort. Minder dan achthonderd woorden. Ter vergelijking: wat je op deze Topstukken-bladzijden over Pigmalion leest, is vijf keer zo lang, bijna vierduizend woorden. Het zegt iets over de doelstelling van een acte de ballet. Het mocht allemaal niet te lang duren, het verhaal moest goed vooruit gaan. Daar wist Rameau wel raad mee. Dit is entertainment in de beste zin van het woord.  

Ga naar de eerste pagina
Sluiten
Rameau schreef een acte de ballet met de naam Pigmalion. Dat is de spelling die we hier hebben gehanteerd. Toch is in het Nederlands de spelling Pygmalion dominanter, bijvoorbeeld in het begrip ‘het Pygmalion-effect’. Wanneer lesgevers, vaak onbewust, verwachtingen hebben tegenover bepaalde leerlingen, kan dat de prestaties van die leerlingen sturen. Dat noemen we ‘het Pygmalion-effect’. Keren we terug naar de Rameau-spelling, dan kijken we nog even naar het effect van Pigmalion. Rameau was volgens een getuigenis erg in zijn nopjes met de publieke belangstelling voor zijn kleine opera. Samen met Castor et Pollux was het in de tweede helft van de 18e eeuw zijn meest uitgevoerde dramatische werk. In de halve eeuw na de première werd het werk minstens tweehonderd keer uitgevoerd. Veel andere componisten werden mee daarom ook tot het thema aangetrokken.
I agree with being shown YouTube videos. More information
Jean-Philippe Rameau, Tristes apprêts uit Castor et Pollux (1737), Sabine Devieilhe, Les Ambassadeurs, Alexis Kossenko, 2013

To opt out of displaying external embeds, manage settings here.

Ga naar de eerste pagina
Sluiten
Beeldhouwer verliefd op eigen creatie, die tot leven komt.’ Wat een krantenkop. In de afgelopen tweeduizend jaar hebben grote hoeveelheden kunstenaars zich bij het lezen van de krant in hun ochtendkoffie verslikt. Wat een idee, dachten ze, daar moeten we iets mee doen. Enerzijds werd het verhaal herschreven, geschilderd, op muziek gezet – en natuurlijk werden er beeldengroepen van gemaakt. Anderzijds werd het verhaal tot de essentie herleid. Zoals bij Shakespeare, wanneer in The Winter’s Tale een beeld van koningin Hermione tot leven komt. Of in de 19e-eeuwse roman Pinocchio, waarin een poppenmaker zijn pop in een echte jongen ziet veranderen. Een andere herneming van het thema is My Fair Lady, een musical gebaseerd op het toneelstuk van George Bernard Shaw uit 1912: Pygmalion, A Romance in Five Acts. Rameau deed het in één akte.
I agree with being shown YouTube videos. More information
My Fair Lady (1964), Trailer

To opt out of displaying external embeds, manage settings here.

Ga naar de eerste pagina

Promo concert

Ga naar de eerste pagina
Omlaag schuiven om verder te gaan Swipe to continue
Vegen om verder te gaan