Inleiding
Ludwig van BeethovenNegende symfonie
Het Concertgebouw dompelt u een week onder in dit meesterwerk uit de muziekgeschiedenis.
Bekijk de activiteiten en concerten tijdens Topstukweek Beethoven in Concertgebouw Brugge (do 22 feb – zo 25 feb)
Ontdek hier het verhaal achter Beethovens Symfonie nr. 9, met tal van beeld- en luisterfragmenten!
BEETHOVEN BOVEN
De muziek van Ludwig van Beethoven vind je in
platenzaken onder het lemma B. Niemand die hem zoeken zal onder de V van het
meer correcte ‘van Beethoven’. Al bij leven werd Beethovens naam ingekort tot
keurmerk, als bewijs van zijn bovenmenselijke reputatie.
DIJLESTAD
In het Belgische telefoonboek vind je nog
tientallen Van Beethovens terug. Dat de voorouders van ‘s werelds beroemdste
componist uit Vlaanderen kwamen, weten ze in Mechelen maar al te goed.
Overgrootvader Michiel ging er in het rood met vastgoed en kunsthandel,
grootvader Louis was er als koorknaap en orgelstudent verbonden aan de
Sint-Romboutskathedraal. Beide Mechelaars belandden in Bonn, waar Louis het tot
kapelmeester schopte. Tot het eind van zijn leven droeg kleinzoon Ludwig het
portret van Louis met zich mee. Op de Mechelse Haverwerf, kortbij de woning
waar zijn voorouders ooit woonden, kijkt een bronzen Beethovenjoch bewonderend
op naar zijn muzikale stamvader.
WONDERKIND
Rekenflaters, schrijffouten, kromme zinnen en
hanepoten zijn het bewijs: op de schoolbanken denkt de kleine Ludwig enkel aan
muziek. Zijn vader Jean (Johan) is een verbitterde, alcoholverslaafde tenor aan
de hofkapel van de Keulse keurvorst in Bonn. Vanaf
1778 slaat Johan munt uit het talent van zijn zoon, die hij
opvoert als muzikaal wonderkind. Toch investeert hij ook in een uitstekende
opleiding. Christian Gottlob Neefe laat de jonge Ludwig kennismaken met zowel
oude compositietechnieken als de galant gewaagde kronkelmuziek van Carl Philipp
Emmanuel Bach. ‘Mocht ik eens een groot man worden, dan heeft ook u daaraan een
bijdrage geleverd’, zo schrijft Ludwig aan zijn leraar.
BON VOYAGE
De nieuwe, muziekminnende keurvorst Maximiliaan
Franz gokt erop dat in het zestienjarige muzikantje een roemrijk kapelmeester
schuilt en geeft hem in 1787 toestemming voor een studiereis naar Wenen. Al na
veertien dagen keert Ludwig terug naar Bonn, waar hij de scherven van zijn gebroken
gezin – overleden moeder, dronken vader – tracht te lijmen. Wanneer de grote
Joseph Haydn in 1792 Bonn doorkruist, wordt afgesproken dat het
aspirant-kapelmeestertje bij hem in de leer kan. De flamboyante Graaf von
Waldstein maakt zijn connecties in het Habsburgse Rijk warm voor deze
beloftevolle jongen. Met de heilwens dat Ludwig ‘Mozarts geest uit de handen
van Haydn’ zou mogen ontvangen, tekent Waldstein voor de meest profetische
lofbrief uit de muziekgeschiedenis.
GIMMICKS
Beethoven zal Bonn nooit meer terugzien, Wenen
wordt zijn nieuwe thuis. De lessen bij ‘Groot-Mogol’ Haydn ontaarden in een
prestigegevecht tussen twee generaties. Breekpunt van hun relatie is Beethovens
opus 1: een set pianotrio’s die naar Haydns smaak te veel op gimmicks leunen.
Later pocht Beethoven nooit iets opgestoken te hebben van zijn bepruikte
docent. Prins Lichnowsky, logebroeder van graaf Waldstein, rekruteert Beethoven
als huispianist en ontfermt zich over zijn carrière: hij verzorgt een breed
netwerk aan contacten, schrijft muziekuitgevers aan, organiseert try-outs en
helpt de jonge componist aan concerten en opdrachten. Beethoven rekent zijn
schuld jegens Lichnowsky af met onbetaalbaar knappe muziek, zoals de ‘Sonate
pathétique’.
HEILIGDOM
In geen tijd maakt
Beethoven furore met zijn briljante, fantasierijke en ‘ongehoorde’ klavierspel.
Binnen de prinselijke families, grafelijke huishoudens en vrijheerlijke
geslachten van Wenen wordt de compromisloze toetsenman een household name.
Maar ook het brede publiek leert Beethoven kennen: op benefietconcerten in 1795
slaat hij de Weners om de oren met spectaculaire pianoconcerto’s en een
symfonie die al vanaf het openingsakkoord de norm op z’n kop zet. Een jaar
later staat in Jahrbuch der Tonkunst Wien und Prag te lezen dat
Beethoven alom bewondering oogst voor ‘de ongewone snelheid van zijn spel en
het gemak waarmee hij de moeilijkste dingen speelt. Sedert enige tijd schijnt
hij doordrongen te zijn in het hoogste heiligdom van de kunst, dat gekenmerkt
wordt door precisie, gevoel en goede smaak’.
ROMANTISCH
Als componist belichaamt Beethoven het prototype van het
romantische genie: onvoorspelbaar, theatraal en onhandelbaar. In 1802,
Beethoven is achtentwintig, maakt opkomende doofheid zijn kunstenaarschap
helemaal onsterfelijk. In een grotesk suïcidale afscheidsbrief heeft Beethoven
het hart op de tong en de wanhoop tussen de lippen. Doorheen de lijnen van zijn
Heiligenstädter Testament lees je hoe een musicus zijn falende gehoor
offert op het altaar van de kunst. Enkele jaren later schrijft hij in zijn
dagboek: ‘omdat je zo beperkt bent door je zintuigen, is het leven voor de
kunst de enige mogelijkheid.’ Lijden voor de kunst: toen het credo van de
romantiek geschreven werd, hield Beethoven de pen vast.
HEROÏSCH
De reddingsopera Fidelio, de ‘heroïsche’ Derde
symfonie, het ‘keizerlijke’ Vijfde pianoconcerto of de vrijgevochten
toneelmuziek voor Goethes Egmont: Beethovens muziek bezat power en
glory. Luisteraars met noten overrompelen, daar is hij op uit. Terwijl zijn
publiek nog rechtkrabbelt van de zoveelste muzikale stoot, heeft Beethoven al een
nieuw stuk klaar. Tussen 1802 en 1812 schrijft hij een ontzagwekkende
hoeveelheid meesterwerken. Het benefietconcert dat hij in december 1808
organiseert, is het bewijs van zijn werkdrift. Op het programma staan niet
alleen de premières van zijn Vijfde en Zesde symfonie, maar ook
die van het Vierde pianoconcerto en de Koorfantasie. Het publiek
trotseert een ijskoude winternacht om zich vier uur lang aan de meest geniale
muziek op te warmen.
ONUITSPREKELIJK
In 1810 publiceert hobbycomponist en beroepsfantast
E.T.A. Hoffmann een roemruchte analyse van Beethovens Vijfde symfonie.
Hoffmann vordert zijn lezers op niet zomaar passief te luisteren, maar op zoek
te gaan naar de ‘betekenis’ van deze tekstloze muziek. Beethoven ontsluit
volgens Hoffmann een onbekend rijk dat ‘niets gemeen heeft met de uiterlijke,
zintuiglijke wereld’ en waarin de luisteraar ‘alle definieerbare gevoelens
achterlaat, zodat hij zich kan overgeven aan het onuitsprekelijke’. Muziek als
filosofie: nog steeds, meer dan tweehonderd jaar later, is aan die indruk niks
veranderd. De beroemde aanhef van Beethovens Vijfde symfonie, aldus
muziekjournalist Matthew Guerrieri, ‘lijkt de betekenis van de symfonie te
ontsluiten maar legt verleidelijke mysteries buiten ons bereik. Ze zegt iets,
maar geeft niks toe.’
LATE STIJL
Wanneer Goethe de componist
in 1811 ontmoet, ziet hij een nare, gefrustreerde man ‘wiens doofheid meer
invloed heeft op zijn sociale dan op zijn muzikale kwaliteiten’. Doofheid,
gezondheidsproblemen, onmatig alcoholverbruik, liefdesleed en familiezorgen:
Beethoven ligt steeds vaker met zichzelf overhoop en componeert steeds minder.
In de laatste tien jaren van zijn leven komt hij voor de dag met radicale
muziekstukken als de grootscheepse Hammerklaviersonate of de excentrieke
laatste strijkkwartetten. Theodor Adorno omschrijft Beethovens ‘late stijl’ als
de kunst van een oude man die de dood in de ogen kijkt en zich realiseert dat
er geen synthese of harmonie meer mogelijk is.
AMEN
‘Spijt, spijt. Te laat.’ Wanneer een doodzieke
Beethoven deze zogezegd laatste woorden uitblaast, naar verluidt na het ontvangen
van een pakket lievelingswijn, is hij een wereldster. Meteen na zijn overlijden
staan vrienden paraat om een dodenmasker te laten maken en om zijn bezittingen
te inventariseren. Beethovens begrafenis, enkele dagen later, begint om drie
uur in de namiddag: officiële gasten hebben uitnodigingen voor de
uitvaartplechtigheid in hun binnenzak, Weense kinderen krijgen een vrije dag.
Zo groot is de toestroom aan bewonderaars dat de rouwstoet anderhalf uur nodig
heeft voor de 460 meter naar de kerk. Op de begraafplaats wordt een ode van
dichter Franz Grillparzer voorgelezen waarin het woord God niet een keer
voorkomt. Beethovens muziek is een religie op zich geworden.
Ontdek het programma do 22 feb – zo 25 feb
di 20.02.18 / 13.30
Ludwig van Beethoven en 'zijn Negende' / Luistercursus
do 22.02.18 / 20.00
Lounge Ludwig / Een bonte ode aan Ludwig van Beethoven
vr 23.02.18 / 20.00
Beethoven. Symfonie nr. 9 / Anima Eterna Brugge
za 24.02.18 / 19.00
Beethoven H♥rtz / Muziek in je binnenste
za 24.02.18 / 20.00
Beethoven. Symfonie nr. 9 / Anima Eterna Brugge
zo 25.02.18 / 15.00
9 / KOPERGIETERY & Cas Public
di 06.03.18 / 13.30
Ludwig van Beethoven en 'zijn Negende' / Luistercursus
Ludwig van Beethoven en 'zijn Negende' / Luistercursus
do 22.02.18 / 20.00
Lounge Ludwig / Een bonte ode aan Ludwig van Beethoven
vr 23.02.18 / 20.00
Beethoven. Symfonie nr. 9 / Anima Eterna Brugge
za 24.02.18 / 19.00
Beethoven H♥rtz / Muziek in je binnenste
za 24.02.18 / 20.00
Beethoven. Symfonie nr. 9 / Anima Eterna Brugge
zo 25.02.18 / 15.00
9 / KOPERGIETERY & Cas Public
di 06.03.18 / 13.30
Ludwig van Beethoven en 'zijn Negende' / Luistercursus
UTOPIA
Dé apotheose van
Beethovens Negende symfonie is het slotkoor ‘An die Freude’. De beroemde
melodie daarvan weerklinkt al sinds 1956 op elke editie van de Olympische
Spelen en werd in 1972 verkozen tot Europese volkshymne. Wat maakt deze ode zo
succesvol?
EXIT BACCHUS
In 1818 gaat Beethoven in de Hammerklaviersonate
op avontuur: met rappe noten en dwarse fuga’s lapt hij de klassieke vormen aan
zijn laars. Kort daarna zet hij de eerste maten van zijn Negende symfonie
op papier. Ook hier daagt het besef dat de klassieke fatsoensregels niet zullen
volstaan. Zijn nieuwe symfonie zal er een worden met vocale elementen: half
orkestwerk, half cantate. Eerst denkt Beethoven aan een Grieks-mythologische
hymne en een lofzang op Bacchus, maar dat plan sneuvelt aan de oppervlakte.
Uiteindelijk lijkt hij toch een zuiver orkestrale symfonie te zullen schrijven,
maar wanneer hij in 1823 aan de finale begint, rakelt hij een ode op van Friedrich
von Schiller. ‘Alle menschen werden Brüder’: Helleense rechtvaardigheid,
verpakt in Duits-romantisch humanisme.
EXPLOSIEF
Beethoven en Schiller: nooit hebben ze elkaar
ontmoet, brieven zijn niet uitgewisseld. De dichtende filosoof en
toneelschrijvende historicus wist vermoedelijk niet eens af van het bestaan van
de elf jaar jongere componist. Muziek was aan Schiller sowieso niet besteed:
zijn interesse gold het doordenken van de geschiedenis en het romantiseren van
de Verlichtingsidealen. Toneel was zijn medium. De vrijheidswind die uit
theaterstukken als Die Räuber waaide, maakte machthebbers zo nerveus dat
hij in de jaren 1780 op de vlucht moest. In Weimar profiteerde Schiller van de
vriendschap met Goethe en vierde hij triomfen met invloedrijke geschriften en
grote toneelstukken. Wie zich realiseert dat Wilhelm Tell nog in 1941 op
last van de Führer verboden werd, beseft hoe explosief de politieke lading van
zijn werk wel is.
FASHION STATEMENT
Beethoven is fan. Hij bezit de eerste editie van
Schillers verzameld werk en citeert vaak en graag uit de toneelstukken van zijn
‘Lieblings Dichter’. Dat bij Schiller alles, ook de kunst, in het teken van
vrijheid staat, treft hem diep. In Schillers esthetische wereld eist zelfs de
jas die iemand draagt respect voor vrijheid. ‘Die jas verlangt van mij’,
schrijft hij in een typerende passage, ‘dat ik niemand laat merken dat hij mij
dient. In ruil daarvoor echter belooft hij mij, zo terughoudend van zijn
vrijheid gebruik te maken, dat mijn vrijheid daar niet onder lijdt. En als we
beiden woord houden, zal iedereen zeggen dat ik goed gekleed ben.’ Karl Marx
meets Karl Lagerfeld.
TATTOO
Beethoven deelt ook Schillers geloof in een
‘Vernunftstaat’: een gemeenschap waarin mensen niet zomaar denken en handelen
uit eigenbelang, maar uit moreel besef. De weg daartoe ligt volgens Schiller in
een kunstzinnige opvoeding. De aanraking met ‘het schone’ slaat een brug naar
een werkelijk humanitaire gemeenschap. De ideale mens is volgens hem degene die
van zijn leven een kunstwerk maakt. Ook al draagt Beethoven Schillers
levensfilosofie als tattoo op de borst, van diens teksten blijft hij af.
Slechts één keer waagt hij het om groots uit te pakken met een Schillertekst.
Maar de impact die An die Freude maakt in Beethovens Negende symfonie
is meteen enorm.
VOLKSGEDICHT
Al aan het einde van de jaren 1790 morrelt
Beethoven aan met Schillers gedicht An die Freude, maar het voornemen er
een lied van te maken, laat hij schieten. An die Freude, geschreven in
1785, is immers niet zomaar een stukje poëzie: deze ode aan het universele
verlangen naar goddelijke harmonie en vredevolle broederlijkheid is een van
Schillers beroemdste gedichten. Wat Schiller later een ‘slecht volksgedicht’
zal noemen, groeit uit tot het lijflied van revolutionairen, vrijmetselaars en
oproerkraaiers. De ode is dermate populair, dat Wilhelm von Humboldt in 1795
bericht dat de tekst zelfs door Berlijnse prostituees geparodieerd wordt: ‘Wij
omarmen miljoenen, onze kus aan de hele wereld!’
VRIJE VAL
Waarom grijpt Beethoven
voor zijn nieuwe symfonie terug naar een tekst die hij twintig jaar eerder
terzijde schoof? Het korte antwoord: Napoleon. Wenen, de enige echte metropool
in Centraal-Europa, is verzwakt uit de Napoleontische oorlogen gekomen.
Economische deflatie, onhygiënische sanitaire omstandigheden, overbevolking in
de binnenstad, toenemende armoede, slechte voedselkwaliteit: wat eens de
prestigieuze hoofdstad van het Heilig Roomse Rijk was, is omstreeks 1820 een
stad in vrije val. Keizer Franz I en kanselier Clemens Metternich trachten
‘Ruhe und Ordnung’ te scheppen door revolutionaire sentimenten en
nationalistische idealen onder de duim te houden. Spionnen worden uitgezet om
vrijdenkers te verklikken en een nieuwe censuur wordt ingevoerd.
APEN
‘De jeugd van vandaag kan
zich niet indenken welke vernederende onderdrukking onze creatieve geest moest
ondergaan’, zo herinnert een vriend van Schubert zich het totalitaire regime van
Metternich. ‘De politie in het algemeen en de censoren in het bijzonder wogen
op ons als apen die we niet van onze schouders konden afslaan.’ Barometer voor
deze repressie is de succesvolle revival van Mozarts Die Zauberflöte:
voor de censor een lieve sprookjesopera, voor de vrijdenker een
vrijheidsparabel. ‘De Franse revolutie heeft de regimes en de adel geleerd om
de gewone man te wantrouwen’, schrijft de dove Beethoven in een van zijn
conversatieboekjes. ‘Het huidige regime volgt niet langer de noden van de
tijd.’
STRIJDSCENARIO
Dat Beethoven begin jaren 1820 troost vindt in
Schillers An die Freude is de voorbode van een strijdscenario voor de
kunsten. Tot aan het midden van de eeuw zal de romantiek in de pas lopen van
rebellie. Niet alleen Beethoven, ook andere kunstenaars kijken als gevolg van
het blitzfenomeen Napoleon anders naar de wereld en voelen zich geroepen om hun
stem te verheffen. Lord Byron zet zich in voor de onafhankelijkheid van
Griekenland, Percy Bysshe Shelley betreurt in verzen het verlies aan
maatschappelijke houvast, Honoré de Balzac doorprikt in vuistdikke romans de
illusies van de burgerij, Victor Hugo en Charles Dickens maken ellende tot
literair vraagstuk, Théodore Géricault zet de Londense armoe om in plaatjes en Honoré
Daumier reduceert de monarchie tot een cartooneske spotprent.
FREIHEIT
Door zijn nieuwe symfonie te bekronen met een
pleidooi voor verbroedering verloor Beethovens of de muziek voorgoed aan
onschuld. In plaats van Schillers ode te herleiden tot een lief lied, verleent
hij ze de grootst denkbare dimensie: als magistrale apotheose van een
orkestwerk. Door een publiek genre als de symfonie te gebruiken als spreekbuis voor utopisch denkwerk, maakt Beethoven een einde
aan de illusie dat muziek politiek ongevaarlijk zou zijn. Niet toevallig
gebruikte Leonard Bernstein, na de val van de Muur, de Negende symfonie
als historische kookwekker: het woordje ‘Freude’ werd voor de gelegenheid
vervangen door ‘Freiheit’.
do 22 feb – zo 25 febOntdek het programma
di 20.02.18 / 13.30
Ludwig van Beethoven en 'zijn Negende' / Luistercursus
do 22.02.18 / 20.00
Lounge Ludwig / Een bonte ode aan Ludwig van Beethoven
vr 23.02.18 / 20.00
Beethoven. Symfonie nr. 9 / Anima Eterna Brugge
za 24.02.18 / 19.00
Beethoven H♥rtz / Muziek in je binnenste
za 24.02.18 / 20.00
Beethoven. Symfonie nr. 9 / Anima Eterna Brugge
zo 25.02.18 / 15.00
9 / KOPERGIETERY & Cas Public
di 06.03.18 / 13.30
Ludwig van Beethoven en 'zijn Negende' / Luistercursus
Ludwig van Beethoven en 'zijn Negende' / Luistercursus
do 22.02.18 / 20.00
Lounge Ludwig / Een bonte ode aan Ludwig van Beethoven
vr 23.02.18 / 20.00
Beethoven. Symfonie nr. 9 / Anima Eterna Brugge
za 24.02.18 / 19.00
Beethoven H♥rtz / Muziek in je binnenste
za 24.02.18 / 20.00
Beethoven. Symfonie nr. 9 / Anima Eterna Brugge
zo 25.02.18 / 15.00
9 / KOPERGIETERY & Cas Public
di 06.03.18 / 13.30
Ludwig van Beethoven en 'zijn Negende' / Luistercursus
DE GROOTSTE NEGEN
Spreken over de Negende
symfonie is onmogelijk zonder de meest schaamteloze superlatieven. In Japan
hebben ze er zelfs een speciaal woord voor. ‘Daiku’, letterlijk ‘de grootste
negen’, is een monument uit de muziekgeschiedenis.
420 GULDEN
Geen uitvoering van Beethovens muziek spreekt zo
tot de verbeelding als die van de Negende symfonie, op 7 mei 1824 in het
Weense Kärntnerthortheater. Het publiek, dat in groten getale is komen opdagen,
weet: de nieuwe symfonie is Beethovens eerste na tien jaar stilzwijgen. Zal de
dove componist de klasse van zijn vroegere symfoniewerk kunnen evenaren? Op het
podium slaat Beethoven wild om zich heen, vanuit de coulissen leidt Ignaz
Umlauf het geheel in goede banen. Wanneer het publiek al na het scherzo in
tumultueus applaus losbarst, moet iemand aan Beethovens mouw trekken om hem
attent te maken op de dolenthousiaste menigte. Na afloop van de finale gaat de
zaal door het dak. Pas wanneer Beethoven later op de avond de rekening
gepresenteerd krijgt, stort hij van geluk in elkaar: dit stukje
muziekgeschiedenis heeft hem slechts 420 gulden gekost.
FLARDEN
Fluisterzachte hoorns, stil zinderende altviolen en
cello’s, violen die vanuit de stratosfeer neertuimelen: zo ijzingwekkend mooi
is nooit eerder een symfonie begonnen. Ineens zet een dramatisch, hoekig
hoofdthema in, gebaseerd op de vallende violen. Voor je het weet wordt de
mysterieus onheilspellende intro herhaald. Halfweg het openingsdeel keert de
intro terug: niet sereen of embryonaal zoals aan het begin, maar schrikbarend
brutaal, met dreigende paukenroffels en verontrustende trillers. Het
openingsdeel suggereert een wereldbeeld aan flarden: hoopvolle melodietjes en
blijmoedige signalen worden afgeblaft of afgestraft, in de slotmaten doemt een
onheilspellende begrafenismars op.
RUSH
Ook in het volgende scherzo mikt Beethoven knallertjes op het trommelvlies. Opnieuw
opent de muziek met vallende, neerkletterende noten. Strijkers en pauken kukelen
halsoverkop achterover en geven zo de opmaat voor een koortsachtige en
overijlde beweging. Beethoven mijdt de term ‘scherzo’ in zijn manuscript,
waarmee hij de suggestie van vrolijke gekte (‘scherzo’ betekent letterlijk
‘scherts’) vermijdt. Ook hier niks om gerust in te zijn: de halsbrekende rush
waarmee het orkest zich doorheen meer dan 1500 maten moet jagen, wordt
bemoeilijkt door haaks geplaatste paukenslagen.
EB EN VLOED
Pas in de derde, langzame beweging slaat Beethoven
een meer zalvende toon aan. Voor het eerst opent de muziek met een stijgende
figuur. Het Adagio molto e cantabile ontspint als een hemelsmooie, lang
uitwaaierende melodie. Beethoven verheft eenvoud tot hoogste kunst: de
melodieën deinen op een eb en vloed van hymnische harmonieën en vredige ritmes,
waarin blazers voor quasi-kerkelijke steunkleuren zorgen. Toch kan Beethoven
het niet nalaten om de slotpassage (een reeks variaties op de hoofdmelodie) in
te zetten met een penetrant kopermotief, dat de illusie van schoonheid met
militaire krachtpatserij doorprikt.
HORRORFANFARE
Dan valt de symfonie in scherven uit elkaar.
Beethoven opent zijn finale met een orkestrale kakofonie: een schrikwekkende
fanfare die de onrustbarende eruptie uit het openingsdeel in herinnering roept.
Cello’s en bassen trappen vol het gaspedaal in met een forsig recitatief, dat onderbroken
wordt door herkenbare flarden uit de voorgaande bewegingen. Verderop
presenteert Beethoven de langverwachte, wereldberoemde hoofdmelodie. Maar na
drie orkestrales variaties op deze prachtmuziek knalt de luisteraar met het
hoofd tegen de verbijsterende ‘Schreckensfanfare’. Er is een plan B nodig om te
ontkomen aan de wurggreep van het duister.
NIETIGHEID
Nu mag het stoppen, vindt de bariton. ‘O vrienden,
niet deze tonen, maar laat ons er meer aangename en vreugdevolle zingen.’ Zo
legt Beethoven het plankje naar Schillers extatische hymne met de
wereldberoemde hoofdmelodie. Maar voor de woorden ‘laat je omarmen, miljoenen’
heeft Beethoven heel andere muziek klaar. Wanneer Schiller zich richt tot een
‘boven het sterrenuitspansel’ wonende schepper, vat Beethoven het gevoel van
menselijke nietigheid in een weifelmoedige, nogal complexe melodie vol grote
sprongen. ‘Voel je de Schepper, wereld?’, vraagt Schiller zich af. Beethoven
antwoordt met muziek die niks minder dan mystiek ontzag tentoonspreidt.
GODSGESCHENK
Schiller, de ‘Duitse Shakespeare’, hoopt in zijn
ode op een cultuurnatie waarin mensen beter worden door de omgang met elkaar.
Pas in het besef dat ware vriendschap een godsgeschenk is, kan de moderne mens
ontsnappen aan de schaduwkanten van het bestaan. Beethovens opsplitsing tussen
onbezwaarde jubelzang (de beroemde hoofdmelodie) en transcendente declamatie
(de minder bekende melodie) dient de essentie van Schillers lofzang op de
vriendschap. Naarmate wereldse en mystieke gevoelens verstrengelen, grijpen ook
Beethovens melodieën in elkaar en slingert de symfonie via een dubbelfuga naar
een grandioze apotheose.
KUS AAN DE WERELD
Beethovens Negende boort zo’n universele dimensie aan dat
vrijwel elke ideologische strekking zichzelf in het werk weerspiegeld ziet.
Meteen ook de verklaring waarom het werk, ondanks de
onmiskenbaar vredelievende boodschap, toegeëigend kon worden door zowel nazi’s
als communisten. Het verklaart waarom het feminisme in de symfonie een
voorbeeld zag van masculiene onderdrukking, of waarom het postkolonialisme er
sporen in ontdekte van imperialistisch exotisme. Niemand kan er aanspraak op
maken, iedereen wordt erdoor aangesproken: Beethovens Negende is in de
meest letterlijke betekenis van het woord een ‘kus aan de hele wereld’.
do 22 feb – zo 25 febOntdek het programma
di 20.02.18 / 13.30
Ludwig van Beethoven en 'zijn Negende' / Luistercursus
do 22.02.18 / 20.00
Lounge Ludwig / Een bonte ode aan Ludwig van Beethoven
vr 23.02.18 / 20.00
Beethoven. Symfonie nr. 9 / Anima Eterna Brugge
za 24.02.18 / 19.00
Beethoven H♥rtz / Muziek in je binnenste
za 24.02.18 / 20.00
Beethoven. Symfonie nr. 9 / Anima Eterna Brugge
zo 25.02.18 / 15.00
9 / KOPERGIETERY & Cas Public
di 06.03.18 / 13.30
Ludwig van Beethoven en 'zijn Negende' / Luistercursus
Ludwig van Beethoven en 'zijn Negende' / Luistercursus
do 22.02.18 / 20.00
Lounge Ludwig / Een bonte ode aan Ludwig van Beethoven
vr 23.02.18 / 20.00
Beethoven. Symfonie nr. 9 / Anima Eterna Brugge
za 24.02.18 / 19.00
Beethoven H♥rtz / Muziek in je binnenste
za 24.02.18 / 20.00
Beethoven. Symfonie nr. 9 / Anima Eterna Brugge
zo 25.02.18 / 15.00
9 / KOPERGIETERY & Cas Public
di 06.03.18 / 13.30
Ludwig van Beethoven en 'zijn Negende' / Luistercursus
Omlaag schuiven om verder te gaan
Swipe to continue
Vegen om verder te gaan